wetten, regels en verdragen - de volledige tekst

juridische wetbundels - boeken met wetten en regels bestellen
Uw wetbundels, wettenverzamelingen, Kluwer collegebundel of Vermande wettenbundel bestelt u eenvoudig, voordelig en snel online. juridische boeken bestellen.
sponsors en advertenties van de WettenSite.nl
Partner-sites
Bezoek ook onze partner-sites
De RechtenSite.nl JuridischeWoorden.nl JuridischeVacatures.net
links naar juridisch websites
Links naar andere juridisch relevante websites vindt u hier.
Volledige tekst van: Wet arbeid vreemdelingen (WAV).

Gratis de volledige en complete tekst van Wet arbeid vreemdelingen (WAV)


Hieronder treft u online de volledige tekst aan van:
De Wet arbeid vreemdelingen (WAV)

Tekst van de Wet arbeid vreemdelingen (WAV)


Wilt u graag alle relevante in een overzicht hebben? Bestel dan nu een van de vele wetbundels en beschik direct over alle relevante juridische informatie.

Wet arbeid vreemdelingen (WAV) - Korte omschrijving: Wet van 21 december 1994, tot vaststelling van de Wet arbeid vreemdelingen.

http://wetten.overheid.nl/cgi-bin/deeplink/law1/title=Wet arbeid vreemdelingen

(Tekst geldend op: 20-09-2011)


Wet van 21 december 1994, tot vaststelling van de Wet arbeid vreemdelingen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is nieuwe regels te stellen met betrekking tot de tewerkstelling van vreemdelingen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

§ I. Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

a.   Onze Minister: Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

b.   werkgever:

1°.       degene die in de uitoefening van een ambt, beroep of bedrijf een ander arbeid laat verrichten;

2°.       de natuurlijke persoon die een ander huishoudelijke of persoonlijke diensten laat verrichten;

c.   vreemdeling: hetgeen daaronder wordt verstaan in de Vreemdelingenwet 2000;

d.   niet eerder toegelaten vreemdeling: een vreemdeling die niet eerder over een voor het verrichten van arbeid geldige vergunning tot verblijf heeft beschikt, dan wel een vreemdeling die, na over een zodanige vergunning te hebben beschikt, zijn hoofdverblijf weer buiten Nederland heeft gevestigd dan wel buiten Nederland heeft voortgezet;

e.   tewerkstellingsvergunning: een vergunning als bedoeld in artikel 2;

f.   Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen: het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, bedoeld in hoofdstuk 5 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;

g.   prioriteitgenietend aanbod: aanbod van de zijde van Nederlanders en vreemdelingen als bedoeld in de artikelen 3, eerste lid, onder a, en 4, eerste lid.

 

§ II. Tewerkstelling van vreemdelingen

Artikel 2

1.   Het is een werkgever verboden een vreemdeling in Nederland arbeid te laten verrichten zonder tewerkstellingsvergunning.

2.   Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing met betrekking tot een vreemdeling ten aanzien van wie tevens een ander als werkgever optreedt, indien die ander beschikt over een voor de desbetreffende arbeid geldige tewerkstellingsvergunning.

Artikel 3

1.   Het verbod, bedoeld in artikel 2, eerste lid, is niet van toepassing met betrekking tot:

a.   een vreemdeling ten aanzien van wie ingevolge bepalingen, vastgesteld bij overeenkomst met andere mogendheden dan wel bij een voor Nederland verbindend besluit van een volkenrechtelijke organisatie, een tewerkstellingsvergunning niet mag worden verlangd;

b.   een vreemdeling die beschikt over een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 14 van de Vreemdelingenwet 2000 voor het verrichten van arbeid als zelfstandige, voor zover deze vreemdeling arbeid verricht als zelfstandige;

c.   een vreemdeling die behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie, dan wel bij een algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie van werkzaamheden verricht.

 

2.   Van de bepalingen, bedoeld in het eerste lid, onder a, wordt door Onze Minister mededeling gedaan in de Staatscourant.

Artikel 4

1.   Het verbod, bedoeld in artikel 2, eerste lid, is evenmin van toepassing met betrekking tot een vreemdeling die beschikt over een krachtens de Vreemdelingenwet 2000 afgegeven vergunning, welke is voorzien van een aantekening van Onze Minister van Justitie waaruit blijkt dat aan die vergunning geen beperkingen zijn verbonden voor het verrichten van arbeid.

2.   Een zodanige aantekening wordt afgegeven aan een vreemdeling:

a.   die rechtmatig in Nederland verblijf houdt in de zin van artikel 8, onder b of d, van de Vreemdelingenwet 2000;

b.   die gedurende een ononderbroken tijdvak van drie jaar heeft beschikt over een voor het verrichten van arbeid geldige verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 14 van de Vreemdelingenwet 2000 en die nadien zijn hoofdverblijf niet buiten Nederland heeft gevestigd;

c.   die behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie.

 

Artikel 5

1.   Onze Minister is bevoegd tot het afgeven, verlengen en intrekken van tewerkstellingsvergunningen.

2.   Onze Minister kan de in het eerste lid bedoelde bevoegdheden delegeren aan het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen.

Artikel 6

1.   Een tewerkstellingsvergunning wordt aangevraagd door de werkgever.

2.   Op een aanvraag wordt binnen vijf weken na ontvangst beslist.

Artikel 7

De tewerkstellingsvergunning vermeldt de naam en de plaats van vestiging van de werkgever, de persoonsgegevens van de vreemdeling, de geldigheidsduur van de tewerkstellingsvergunning, alsmede een omschrijving van de aard en de plaats van de door de vreemdeling te verrichten arbeid.

Artikel 8

1.   Een tewerkstellingsvergunning wordt geweigerd:

a.   indien voor de desbetreffende arbeidsplaats prioriteitgenietend aanbod op de arbeidsmarkt beschikbaar is;

b.   indien het een arbeidsplaats betreft waarvan de beschikbaarheid niet ten minste vijf weken vóór het indienen van de aanvraag aan het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen is gemeld;

c.   indien het een vreemdeling betreft:

1°.       die niet beschikt over een voor het verrichten van arbeid geldige vergunning tot verblijf, noch een zodanige vergunning heeft aangevraagd, noch, voor zover ter verkrijging van een dergelijke vergunning vereist, een machtiging tot voorlopig verblijf heeft aangevraagd, dan wel

2°.       aan wie een vergunning tot verblijf is geweigerd of wiens vergunning tot verblijf is ingetrokken;

d.   indien het een niet eerder toegelaten vreemdeling betreft, die met de desbetreffende arbeid over een periode van een maand niet ten minste een bedrag verdient gelijk aan het minimumloon, bedoeld in artikel 8, onder a, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag;

e.   indien het een arbeidsplaats betreft die behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie van werkzaamheden, waarvan het niet in het Nederlands belang is deze door vreemdelingen te laten verrichten.

 

2.   Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald, dat een vreemdeling die de toegang tot Nederland niet is geweigerd en door wie of ten behoeve van wie een asielaanvraag is ingediend en die ten bewijze daarvan door Onze Minister van Justitie in het bezit is gesteld van een daartoe aangewezen document, dan wel houder is van een al dan niet voorwaardelijke vergunning tot verblijf en niet beschikt over een aantekening als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de wet, gelet op de verbetering van de kwaliteit van het verblijf van die vreemdeling arbeid mag verrichten, waarbij kan worden afgeweken van het eerste lid, onderdelen a, b en d.

3.   In door Onze Minister te bepalen gevallen kan:

1°. in buitengewone omstandigheden worden afgeweken van het eerste lid, onder b;

2°. ten behoeve van de bevordering van internationale handelscontacten worden afgeweken van het eerste lid, onder a en b;

3°. in het kader van scholing, opleiding, internationale uitwisseling en andere internationale culturele contacten alsmede ten behoeve van vreemdelingen die beschikken over een voor het verrichten van arbeid geldige vergunning tot verblijf, worden afgeweken van het eerste lid, onder a, b en d.

 

4.   De voordracht voor een krachtens het tweede lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overlegd.

Artikel 9

1.   Een tewerkstellingsvergunning kan worden geweigerd:

a.   indien de werkgever niet kan aantonen voldoende inspanningen te hebben gepleegd de arbeidsplaats door prioriteitgenietend op de arbeidsmarkt beschikbaar aanbod te vervullen;

b.   indien van de te vervullen arbeidsplaats de arbeidsvoorwaarden, arbeidsverhoudingen of arbeidsomstandigheden beneden het niveau liggen dat wettelijk is vereist of in desbetreffende bedrijfstak gebruikelijk is;

c.   indien voorzienbaar is dat binnen een redelijke termijn voor de desbetreffende arbeidsplaats prioriteitgenietend aanbod op de arbeidsmarkt beschikbaar zal komen;

d.   indien het een niet eerder toegelaten vreemdeling betreft, wiens leeftijd niet valt binnen bij ministeriële regeling gestelde leeftijdsgrenzen;

e.   ingevolge het niet in acht nemen van een beperking waaronder een eerdere vergunning is verleend of wegens het niet naleven van een daaraan verbonden voorschrift;

f.   indien geen passende huisvesting voor de vreemdeling beschikbaar is;

g.   indien het een eerder toegelaten vreemdeling betreft voor wie op grond van artikel 11, vierde lid, een niet-verlengbare tijdelijke tewerkstellingsvergunning is verleend en die daarna zijn hoofdverblijf niet ten minste één jaar buiten Nederland heeft verplaatst;

h.   indien de werving niet heeft plaatsgevonden op een wijze die voor de desbetreffende sector is overeengekomen bij een convenant dat voldoet aan bij ministeriële regeling gestelde eisen;

i.    indien door de werkgever anderszins belemmeringen zijn opgeworpen waardoor de arbeidsplaats niet overeenkomstig het bij of krachtens deze wet bepaalde door aanbod op de arbeidsmarkt vervuld kon worden.

 

2.   In de ministeriële regeling, bedoeld in het eerste lid, onderdeel h, wordt met betrekking tot de eisen waaraan de convenanten moeten voldoen, in ieder geval opgenomen dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen:

a.   partij is bij het convenant;

b.   Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in kennis stelt van het voornemen inzake het tot stand brengen van een convenant;

c.   het convenant in de Staatscourant publiceert nadat het tot stand is gekomen.

 

Artikel 10

Aan een tewerkstellingsvergunning kunnen voorschriften worden verbonden welke ertoe strekken:

a.   dat de werkgever inspanningen pleegt arbeidsplaatsen door prioriteitgenietend op de arbeidsmarkt beschikbaar aanbod te doen vervullen;

b.   dat in de onderneming in de arbeidsvoorwaarden, arbeidsverhoudingen of arbeidsomstandigheden voor de vervulling van arbeidsplaatsen door prioriteitgenietend aanbod gelegen beletselen, worden opgeheven;

c.   dat de overeenkomst tot het verrichten van arbeid met een niet eerder toegelaten vreemdeling schriftelijk wordt aangegaan en dat daarvan een afschrift ter beschikking wordt gesteld aan de vergunning verlenende instantie;

d.   dat de werkgever geheel of gedeeltelijk door opleiding of scholing voorziet in het in de toekomst aanwezig zijn van een voor zijn arbeidsorganisatie geschikt aanbod.

 

Artikel 11

1.   Een tewerkstellingsvergunning wordt voor ten hoogste drie jaar verleend.

2.   Een tewerkstellingsvergunning die is verleend met toepassing van artikel 8, tweede lid, is niet vatbaar voor verlenging.

3.   Ten behoeve van tijdelijk werk wordt een tewerkstellingsvergunning voor ten hoogste vier en twintig weken verleend, indien de desbetreffende arbeid wordt verricht door een niet eerder toegelaten vreemdeling. Deze vreemdeling mag gedurende een periode van acht en twintig weken direct voorafgaande aan de tewerkstellingsvergunning niet over een voor het verrichten van arbeid geldige verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 14 van de Vreemdelingenwet 2000 hebben beschikt. Deze tewerkstellingsvergunning is niet vatbaar voor verlenging.

4.   Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald, dat voor andere categorieën van vreemdelingen of categorieën van werkzaamheden, dan die bedoeld in het tweede of derde lid, een tewerkstellingsvergunning die voor minder dan drie jaar is verleend, niet wordt verlengd.

Artikel 12

1.   Een tewerkstellingsvergunning wordt ingetrokken:

a.   indien de voor verkrijging verstrekte gegevens zodanig onjuist of onvolledig blijken te zijn geweest, dat op de aanvraag een andere beslissing zou zijn genomen als bij de beoordeling daarvan de juiste omstandigheden volledig bekend waren geweest;

b.   indien gebleken is dat aan de vreemdeling verblijf in Nederland is geweigerd;

c.   indien van de tewerkstellingsvergunning geen gebruik wordt gemaakt.

 

2.   Onze Minister kan, na overleg met Onze Minister van Justitie, ten aanzien van een vreemdeling als bedoeld in artikel 8, onder h, van de Vreemdelingenwet 2000 afwijken van het eerste lid onder b.

Artikel 12a [Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Een tewerkstellingsvergunning kan worden ingetrokken:

a.   indien de werkgever geen erkende referent is als bedoeld in artikel 1, onderdeel t, van de Vreemdelingenwet 2000 omdat zijn erkenning is ingetrokken of geschorst of omdat zijn aanvraag tot erkenning is afgewezen, of

b.   indien de werkgever een referent is als bedoeld in artikel 1, onderdeel s, van de Vreemdelingenwet 2000 of een erkende referent als bedoeld in artikel 1, onderdeel t, van die wet en hem op grond van artikel 55a van die wet binnen een periode van vijf jaar direct voorafgaande aan de aanvraag voor een tewerkstellingsvergunning een bestuurlijke boete is opgelegd of indien hij in die periode is gestraft op grond van artikel 108 van die wet.

 

Artikel 13

Onverminderd de artikelen 11, tweede lid, en 12, eerste lid kan weigering van verlenging of intrekking van een tewerkstellingsvergunning slechts geschieden ingevolge:

a.   het niet in acht nemen van een beperking waaronder de tewerkstellingsvergunning is verleend, of

b.   het niet naleven van een aan de tewerkstellingsvergunning verbonden voorschrift.

 

§ III. Toezicht

Artikel 14

1.   Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze wet zijn belast de bij besluit van Onze Minister aangewezen ambtenaren.

2.   Van een besluit als bedoeld in het eerste lid wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

Artikel 15

1.   Indien de werkgever door een vreemdeling arbeid laat verrichten waarbij die arbeid feitelijk worden verricht bij een andere werkgever, draagt de eerstgenoemde werkgever er bij aanvang van de arbeid door de vreemdeling onverwijld zorg voor dat de andere werkgever een afschrift van het document, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder 1° tot en met 3°, van de Wet op de identificatieplicht, van de vreemdeling ontvangt.

2.   De werkgever die het afschrift van het document, bedoeld in het eerste lid, ontvangt, stelt de identiteit van de vreemdeling vast aan de hand van het genoemde document en neemt het afschrift op in de administratie.

3.   De werkgever, bedoeld in het tweede lid, bewaart het afschrift tot tenminste vijf jaren na het einde van het kalenderjaar waarin de arbeid door de vreemdeling is beëindigd.

4.   De vreemdeling verstrekt een op hem betrekking hebbend document als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder 1° tot en met 3°, van de Wet op de identificatieplicht aan de werkgever, die het afschrift van het document, bedoeld in het eerste lid, ontvangt, en stelt die werkgever in de gelegenheid een afschrift van dit document te maken.

Artikel 16

1.   De door Onze Minister aangewezen ambtenaren, bedoeld in artikel 14, zijn bevoegd bij het verwerken van persoonsgegevens gebruik te maken van het burgerservicenummer of, bij het ontbreken daarvan, het sociaal-fiscaalnummer.

2.   Bestuursorganen zijn bevoegd uit eigen beweging en verplicht desgevraagd aan de door Onze Minister aangewezen ambtenaren, bedoeld in artikel 14, kosteloos alle gegevens en inlichtingen te verstrekken die noodzakelijk zijn voor het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze wet. Bestuursorganen kunnen daarbij gebruik maken van het burgerservicenummer of, bij het ontbreken daarvan, het sociaal-fiscaalnummer, voor zover zij daartoe gerechtigd zijn.

3.   De door Onze Minister aangewezen ambtenaren, bedoeld in artikel 14, verstrekken andere bestuursorganen kosteloos gegevens welke zij behoeven ter uitvoering van hun taak. De laatste volzin van het tweede lid is van overeenkomstige toepassing.

4.   De in het tweede en derde lid bedoelde gegevensverstrekking vindt niet plaats indien de persoonlijke levenssfeer van de betrokkene daardoor onevenredig wordt geschaad.

5.   Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld omtrent de gevallen waarin en de wijze waarop in ieder geval gegevens dienen te worden verstrekt.

6.   Voor de toepassing van dit artikel worden met bestuursorganen gelijkgesteld instellingsbesturen van uit de openbare kas bekostigde instellingen en bevoegde gezagsorganen van uit de openbare kas bekostigde scholen en instellingen.

Artikel 17

De toezichthouder is bevoegd, met medeneming van de benodigde apparatuur, een woning binnen te treden zonder toestemming van de bewoner indien sprake is van een redelijk vermoeden van een overtreding als bedoeld in artikel 18 of van een strafbaar feit als bedoeld in artikel 19c.

Artikel 17a

De toezichthouder is te allen tijde bevoegd tot inbeslagneming van daarvoor vatbare voorwerpen. Hij kan daartoe de uitlevering vorderen tegen een door hem afgegeven schriftelijk bewijs. Zodra het belang van onderzoek omtrent de overtreding zulks toelaat wordt het in beslag genomen voorwerp teruggegeven aan degene bij wie het in beslag is genomen.

§ IV. Bestuursrechtelijke handhaving

Artikel 18

1.   Als overtreding wordt aangemerkt het niet naleven van de artikelen 2, eerste lid, en 15.

2.   Als overtreding wordt tevens aangemerkt het door de werkgever niet naleven van artikel 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht voor zover het betreft het door de toezichthouder uitoefenen van bevoegdheden ter vaststelling van de identiteit van degene die voor de werkgever arbeid verricht of heeft verricht.

Artikel 18a  [Vervallen per 01-07-2009]


Artikel 18b

1.   Onverminderd artikel 5:48, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht vermeldt het rapport in ieder geval:

a.   de bij de overtreding betrokken persoon of personen;

b.   het officiële nummer waaronder het betreffende vervoermiddel is geregistreerd, voor zover in verband met de overtreding van belang.

 

2.   Het rapport wordt toegezonden aan de op grond van artikel 19a, eerste lid, aangewezen ambtenaar.

Artikel 19  [Vervallen per 01-07-2009]


Artikel 19a

1.   Een daartoe door Onze Minister aangewezen, onder hem ressorterende ambtenaar legt namens hem de bestuurlijke boete op aan degene op wie de verplichtingen rusten welke voortvloeien uit deze wet, voor zover het niet naleven daarvan is aangeduid als een overtreding.

2.   De terzake van deze wet gestelde overtredingen, gelden ten opzichte van elk persoon, met of ten aanzien van wie een overtreding is begaan.

Artikel 19b

Geen bestuurlijke boete wordt opgelegd, indien een gedraging die in strijd is met het bepaalde bij of krachtens deze wet, tevens een strafbaar feit als bedoeld in artikel 19c oplevert.

Artikel 19c

Een overtreding wordt aangemerkt als een strafbaar feit, indien tweemaal binnen een aan de dag van het constateren van die overtreding voorafgaande periode van 48 maanden, met respectievelijke tussenliggende perioden van ten hoogste 24 maanden, voor een overtreding bestaande uit het niet naleven van eenzelfde wettelijke verplichting een bestuurlijke boete is opgelegd die onherroepelijk is geworden.

Artikel 19d

1.   De hoogte van de bestuurlijke boete, die voor een overtreding kan worden opgelegd, is, indien begaan door:

a.   een natuurlijk persoon, gelijk aan de geldsom van ten hoogste € 11 250,

b.   een rechtspersoon, gelijk aan de geldsom van ten hoogste € 45 000.

 

2.   Onverminderd het eerste lid verhoogt de aangewezen ambtenaar, bedoeld in het eerste lid, de op te leggen bestuurlijke boete met 50%, indien op de dag van het constateren van de overtreding nog geen 24 maanden zijn verstreken nadat een eerdere overtreding bestaande uit het niet naleven van eenzelfde wettelijke verplichting is geconstateerd en de bestuurlijke boete wegens de eerdere overtreding onherroepelijk is geworden.

3.   Onze Minister stelt beleidsregels vast waarin de boetebedragen voor de overtredingen worden vastgesteld. Artikel 5:53 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing indien een artikel gesteld bij of krachtens deze wet op grond waarvan een bestuurlijke boete kan worden opgelegd, niet is nageleefd.

4.   In afwijking van artikel 8:69 van de Algemene wet bestuursrecht kan de rechter in beroep of hoger beroep de hoogte van de bestuurlijke boete ook ten nadele van de belanghebbende wijzigen.

Artikel 19e  [Vervallen per 01-07-2009]


Artikel 19f

Indien een bestuurlijke boete ten onrechte is opgelegd, wordt deze binnen zes weken nadat is vastgesteld dat de bestuurlijke boete ten onrechte is opgelegd, aan de rechthebbende terugbetaald.

Artikel 19g  [Vervallen per 01-07-2009]


Artikel 19h  [Vervallen per 01-07-2009]


Artikel 19i  [Vervallen per 01-07-2009]


Artikel 19j  [Vervallen per 01-07-2009]


§ V. Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 20

Een tewerkstellingsvergunning anders dan die bedoeld in artikel 11, tweede en derde lid, behoudt haar geldigheid, totdat de termijn voor het instellen van beroep tegen een beschikking, inhoudende de intrekking van die vergunning is verstreken, of, indien beroep is ingesteld, op het beroep is beslist.

Artikel 21

 Artikel 71 van de Vreemdelingenwet 2000 is van toepassing ten aanzien van beroepen tegen besluiten, gegeven op grond van deze wet, met uitzondering van de beschikking tot oplegging van de bestuurlijke boete.

Artikel 22

Onze Minister stelt nadere regels ter bevordering van een goede uitvoering van deze wet.

Artikel 23

Indien een werkgever een vreemdeling arbeid doet verrichten in strijd met artikel 2, wordt de vreemdeling vermoed gedurende ten minste zes maanden werkzaam te zijn voor die werkgever tegen een beloning en een arbeidsduur die in de betreffende bedrijfstak gebruikelijk is.

Artikel 24  [Vervallen per 01-01-2008]


Artikel 25

 [Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]

Artikel 26

 [Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]

Artikel 27

 [Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]

Artikel 28

De Wet arbeid buitenlandse werknemers wordt ingetrokken.

Artikel 29

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Artikel 30

Deze wet wordt aangehaald als: Wet arbeid vreemdelingen.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

 

Gegeven te 's-Gravenhage, 21 december 1994

Beatrix

 De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
A. W. P. Melkert

 

Uitgegeven de negenentwintigste december 1994

 

 De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager


Waarschuwing!

De hierboven weergegeven versie is een momentopname. Zie hiervoor de geldigdheidsdatum bovenaan de regeling.

De regeling kan ondertussen gewijzigd zijn. De meest actuele versie, vandaag geldig, is te vinden op de officiële website van de overheid:

disclaimer WettenSite.nl
Onze wettenverzameling wordt samengesteld op basis van openbare informatie afkomstig van de overheid. Het gebruik van onze informatie is voor eigen risio. Controleer altijd de laatste versie van de wetgeving op de officiele websites van de overheden. De WettenSite.nl kan niet aansprakelijk gesteld worden voor eventuele schade voortkomend uit het gebruik van vertoonde inhoud op deze website. Bij het samenstellen van onze website handelen wij zeer voorzichtig en zorgvuldig. Mocht u een fout vinden, aarzel dan niet om even contact met ons op te nemen.

Deze website wordt mogelijk gemaakt door
De RechtenSite.nl - Het juridische startpunt
hoe sponsor worden van WettenSite.nl
Adverteren op de WettenSite.nl
Via WettenSite.nl worden dagelijks honderden wetteksten opgezocht. Onder onze bezoekers vallen vele juristen, advocaten, notarissen en meer. Maar ook veel rechtenstudenten, economie-studenten, MER-studenten. Ook burgers en bedrijven als rechtzoekenden vinden ons. Een grote doelgroep. Vraag gerust vrijblijvend naar onze mogelijkheden om te adverteren of om sponsor te worden. Uw banner of advertentie kan op onze website staan. Zie onze pagina over adverteren voor alle opties en meer informatie.
contactgegevens
Contactgegevens de WettenSite.nl
Voor vragen, opmerkingen, aanvullingen, linkruil, sponsoring of suggesties kunt u ons e-mailen op info[at]wettensite.nl