Bezoek ook onze partner-sites
De RechtenSite.nl JuridischeWoorden.nl JuridischeVacatures.net
Gratis de volledige en complete tekst van Nederlandse Reclame Code (NRC)
Hieronder treft u online de volledige tekst aan van:
De Nederlandse Reclame Code (NRC)
Tekst van de Nederlandse Reclame Code (NRC)
Wilt u graag alle relevante in een overzicht hebben? Bestel dan nu een van de vele wetbundels en beschik direct over alle relevante juridische informatie.
Nederlandse Reclame Code (NRC) - Korte omschrijving: Bron: Stichting Reclame Code Commissie (pdf)
http://www.reclamecode.nl/bijlagen/rcc_code.pdf
De informatie zoals opgenomen in deze uitgave geeft de stand van zaken
weer vanaf januari 2006. Voor meer informatie of wijzigingen nadien kunt u
contact opnemen met het secretariaat van de Stichting Reclame Code
of de website www.reclamecode.nl raadplegen.
3
INHOUD
WERKWIJZE RECLAME CODE COMMISSIE & COLLEGE VAN BEROEP
1. Stichting Reclame Code 4
2. Nederlandse Reclame Code 4
3. Betrokken organisaties 5
4. Reclame Code Commissie & College van Beroep 6
5. Indienen van een klacht 7
6. De kosten van het indienen van een klacht, bezwaar of beroep 8
I. Door particulieren en bijzondere instanties 8
II. Namens een organisatie en/of in de uitoefening van een bedrijf of beroep 8
7. De behandeling van een klacht 9
I.Algemeen 9
II.Terzijdelegging 9
III. Voorzitterstoewijzing (VAB) 10
IV. Identieke klachten 10
8. De uitspraken van de Reclame Code Commissie en het College van Beroep 10
9. Bezwaar tegen terzijdelegging en voorzitterstoewijzing 11
10. Bezwaar tegen afwijzing van een reclame door een op grond van de
Mediawet aangesloten organisatie 12
11. De beroepsprocedure 12
12. De uitspraken in beroep 13
13. Grensoverschrijdende reclame 13
DE NEDERLANDSE RECLAME CODE (NRC)
A. Algemeen 14
B. Bijzondere reclame codes 17
Reclamecode voor alcoholhoudende dranken (RVA) 19
Code Brievenbusreclame, Huissampling en Direct response advertising (CBR) 26
Code verspreiding ongeadresseerd reclamedrukwerk (CODE VOR) 30
Code verspreiding reclame via e-mail (CODE E-MAIL) 34
Reclamecode voor telefonische informatiediensten (RTI) 38
Reclamecode voor kansspelen die worden aangeboden door
vergunninghouders ingevolge de wet op de kansspelen (RVK) 42
Milieu reclame code (MRC) 47
Code voor personenauto’s (CVP) 51
Reclamecode voor tabaksproducten (RVT) 53
Code telemarketing (CTM) 56
Reclamecode voor voedingsmiddelen (RVV) 61
Code voor zoetwaren (CVZ) 63
Kinder- en jeugdreclamecode (KJC) 65
C. Algemene aanbevelingen 70
4
WERKWIJZE RECLAME CODE COMMISSIE
& COLLEGE VAN BEROEP
1. STICHTING RECLAME CODE
De Stichting Reclame Code (SRC) is al ruim 40 jaar de instantie op het
gebied van zelfregulering van reclame. Zelfregulering van reclame is een
systeem waarbinnen het reclamemakend bedrijfsleven zijn eigen verantwoordelijkheid
neemt voor de inhoud en verspreiding van reclame-uitingen.
De drie partijen die samen het reclamemakend bedrijfsleven vormen
(adverteerders, reclamebureaus en media), hebben regels opgesteld
waaraan reclame moet voldoen en zorgen dat reclame-uitingen die daartegen
zondigen, snel worden gecorrigeerd of geweerd. Doordat het adverterend
bedrijfsleven zijn verantwoordelijkheid neemt, kan een mogelijk streven van
de overheid om bij wet algemene reclameverboden op te leggen, worden
voorkomen en blijft de vrijheid bij het maken van reclame behouden.
Namens het bedrijfsleven bevordert de Stichting Reclame Code dat in
Nederland op verantwoorde wijze reclame wordt gemaakt, zowel in het belang
van de consument als van de adverteerders. De regels waaraan reclame
moet voldoen zijn opgenomen in de Nederlandse Reclame Code.
Een ieder die meent dat reclame in strijd is met de Nederlandse Reclame
Code, kan bij de Reclame Code Commissie een klacht indienen.
De Reclame Code Commissie is het onafhankelijke klachtenorgaan dat snel
en doeltreffend oordeelt of reclame-uitingen in strijd zijn met de Reclame
Code. Tegen een beslissing van de Reclame Code Commissie kan men in
beroep gaan bij het College van Beroep.
2. NEDERLANDSE RECLAME CODE
De Nederlandse Reclame Code (hierna: de Reclame Code) bevat regels
waaraan reclame moet voldoen. De Reclame Code bestaat uit een
Algemeen Deel en Bijzondere Reclame Codes.
In het Algemene Deel wordt onder meer bepaald dat reclame niet misleidend
en niet in strijd met de waarheid mag zijn. Ook subjectieve normen zijn in dit
gedeelte opgenomen. Zo mag reclame niet nodeloos kwetsen en niet in strijd
zijn met de goede smaak en het fatsoen.
De Bijzondere Reclame Codes gelden voor reclame voor specifi eke producten
en diensten.
Onder reclame wordt verstaan: iedere openbare aanprijzing van goederen,
diensten of denkbeelden. Onder reclame wordt mede verstaan het vragen van
diensten (zie artikel 1 van de Reclame Code).
5
De Reclame Code is van toepassing op alle reclame ongeacht het medium
waarvan gebruik is gemaakt, tenzij in de Reclame Code uitdrukkelijk anders is
bepaald.
3. BETROKKEN ORGANISATIES
De volgende organisaties nemen deel in de Stichting Reclame Code en
hebben de Nederlandse Reclame Code goedgekeurd en aanvaard. Zij zijn
vertegenwoordigd in het bestuur van de Stichting Reclame Code.
1. Bond van Adverteerders (BvA)
www.bva.nl
2. Dutch Dialogue Marketing Association (DDMA)
www.ddma.nl
3. Federatie Nederlandse Levenmiddelen Industrie (FNLI)
www.fnli.nl
4. Nederlandse Thuiswinkel Organisatie (NTO)
www.thuiswinkel.org
5. Nederlands Uitgeversverbond (NUV)
- groep Nederlandse Dagbladpers
- groep Publiekstijdschriften
www.nuv.nl
6. Nederlandse Vereniging “Rijwiel- en Automobielindustrie”
(RAI Vereniging)
www.raivereniging.nl
7. Stichting Ether Reclame (STER)
www.ster.nl
8. Stichting Regionale Omroep Overleg en Samenwerking (ROOS)
www.roosrtv.nl
9. Vereniging van Communicatieadviesbureaus (VEA)
www.vea.nl
10. Vereniging van Organisatie van Lokale Omroepen in Nederland (OLON)
www.olon.nl
11. Werkgeversvereniging Callcenters (WGCC)
www.wgcc.nl
12. Consumentenbond (CB)
www.consumentenbond.nl
Overige organisaties
De Vereniging VNO-NCW is als toehoorder betrokken bij de Stichting Reclame
Code en heeft geen bestuurszetel.
Op grond van de Mediawet zijn alle zendgemachtigden die reclame uitzenden
verplicht bij de Stichting Reclame Code aangesloten.
6
In overleg met de volgende organisaties zijn Bijzondere Reclame Codes tot
stand gekomen.
1. Dutch Dialogue Marketing Association (DDMA)
2. Email Marketing Associatie Nederland (EMMA-NL)
3. Nederlandse Thuiswinkel Organisatie (NTO)
4. Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI)
5. De landelijke vergunninghouders van kansspelen en de leden van de
VAN Speelautomaten brancheorganisatie
6. Nederlandse Vereniging «Rijwiel- en Automobielindustrie», afdeling
Auto’s (RAI Vereniging)
7. Stichting Sigaretten Industrie (SSI), de Vereniging Nederlandse
Kerftabakindustrie (VNK) en de Nederlandse Vereniging voor
de Sigarenindustrie (NVS)
8. Stichting Verantwoord Alcoholgebruik (STIVA)
9. Vereniging voor de Bakkerij- en Zoetwarenindustrie (VBZ)
10. Werkgeversvereniging Callcenters (WGCC)
4. RECLAME CODE COMMISSIE &
COLLEGE VAN BEROEP
De Reclame Code Commissie is een Commissie die beoordeelt of
adverteerders en anderen die verantwoordelijk zijn voor het maken van
reclame, zich aan de Reclame Code hebben gehouden.
Een ieder die meent dat een reclame in strijd is met de Reclame Code,
kan bij de Reclame Code Commissie een klacht indienen. De Commissie
oordeelt, na de adverteerder te hebben gehoord, of de reclame in strijd
is met de Reclame Code. De Reclame Code Commissie kan ook reclame
beoordelen zonder dat daarover bij haar een klacht is ingediend.
Een klager die het niet eens is met een uitspraak van de Reclame Code
Commissie kan daartegen in beroep gaan bij het College van Beroep.
De Reclame Code Commissie bestaat uit vijf leden, te weten:
- één lid aangewezen door de in de Stichting Reclame Code deelnemende
organisaties van adverteerders;
- één lid, aangewezen door de Consumentenbond;
- één lid, aangewezen door de in de Stichting reclame Code deelnemende
organisaties van communicatieadviesbureaus;
- één lid, aangewezen door de in de Stichting Reclame Code deelnemende
media;
- één lid, tevens voorzitter, aangewezen door de Stichting Reclame Code.
7
De Commissieleden oordelen onafhankelijk van de organisatie die hen heeft
aangewezen.
Het College van Beroep is op dezelfde wijze samengesteld als de Reclame
Code Commissie.
5. INDIENEN VAN EEN KLACHT
Een klacht moet, onder vermelding van naam en adres, schriftelijk of via
het online klachtenformulier op www.reclamecode.nl worden ingediend.
Daarbij dient de klager de volgende informatie zo volledig mogelijk te geven:
1. tegen welke reclame de klacht zich richt.
2. van welk(e) medium/media voor de reclame gebruik is/zijn gemaakt.
• Een reclame op een abri, billboard of mupi moet zo duidelijk mogelijk
worden omschreven zodat de uiting kan worden opgevraagd bij de
adverteerder.
• Indien de klacht een reclame op een internetsite betreft dient (dienen)
de pagina(‘s) waartegen bezwaar wordt gemaakt in het bezit van de
Commissie te worden gesteld en moet worden aangegeven tegen welke
zinsnede(n) het bezwaar zich richt.
• Indien de klacht een gedrukte reclame-uiting betreft, dient deze aan de
Commissie te worden toegestuurd.
• Indien het gaat om een radio/tv reclame dient de reclame zo duidelijk
mogelijk te worden omschreven, zodat deze kan worden opgevraagd bij
de betreffende zender.
3. waarom de reclame in strijd is met de Reclame Code, indien mogelijk
onder vermelding van de overtreden artikelen uit de Reclame Code.
De Commissie kan eventueel verlangen dat de klacht en de daarbij
behorende bijlagen in 8-voud worden ingediend.
Het postadres voor schriftelijke klachten is:
Stichting Reclame Code
t.a.v. Reclame Code Commissie
Postbus 75684
1070 AR Amsterdam
8
6. DE KOSTEN VAN HET INDIENEN VAN
EEN KLACHT, BEZWAAR OF BEROEP
I. Door particulieren en bijzondere instanties
Wanneer een particulier een klacht indient, hoeft hij voor de behandeling
daarvan géén klachtengeld te betalen. Ditzelfde geldt voor in Nederland
gevestigde kerkelijke, levensbeschouwelijke, liefdadige, culturele,
wetenschappelijke of andere het algemeen nutbeogende organisaties
c.q. instellingen.
Op deze regel bestaan de volgende twee uitzonderingen:
1. als de voorzitter van de Reclame Code Commissie de klacht terzijde
heeft gelegd en de klager daartegen bezwaar maakt bij de voltallige
Reclame Code Commissie moet hij voor de behandeling C12,- betalen.
2. als de klager van een uitspraak van de Reclame Code Commissie in
beroep gaat bij het College van Beroep moet hij voor de behandeling
C23,- betalen.
Is het bezwaar respectievelijk het beroep geheel of gedeeltelijk gegrond, dan
wordt het bedrag terugbetaald, al naar gelang de Reclame Code Commissie
c.q. het College van Beroep dit beslist.
II. Namens een organisatie en/of in de uitoefening van een bedrijf of beroep
Degene die in de uitoefening van een bedrijf of beroep of namens een
organisatie:
1. een voor behandeling vatbare klacht indient bij de Reclame Code
Commissie of
2. tegen een terzijdelegging van zijn klacht door de voorzitter bezwaar
maakt bij de voltallige Reclame Code Commissie of
3. van een uitspraak van de Reclame Code Commissie in beroep gaat bij
het College van Beroep
dient voor de behandeling een bedrag van C228,- te betalen.
Dit bedrag vervalt aan de Stichting Reclame Code.
Wordt de klacht voor ontvangst van het verweerschrift ingetrokken dan wordt
het betaalde bedrag teruggestort. Voor leden van in de Stichting Reclame
Code deelnemende organisaties van ondernemers en voor organisaties in
overleg waarmee een Bijzondere Reclame Code tot stand is gekomen, geldt
een bijdrage in de behandelingskosten van C114,-.
9
7. DE BEHANDELING VAN EEN KLACHT
I. Algemeen
Als de Reclame Code Commissie een klacht heeft ontvangen, stuurt zij een
kopie van de klacht naar de adverteerder. Anonieme klachten worden niet in
behandeling genomen.
De adverteerder krijgt 14 dagen de tijd om tegen de klacht verweer te voeren.
Een kopie van het verweerschrift wordt naar de klager gestuurd.
Indien de voorzitter van de Reclame Code Commissie daarvoor redenen
aanwezig acht, kan hij partijen uitnodigen tot een nadere schriftelijke reactie.
Er wordt een datum bepaald waarop de klacht door de Reclame Code
Commissie wordt behandeld. Desgewenst kunnen de klager en de
adverteerder in die vergadering hun standpunt mondeling toelichten.
De vergaderingen zijn openbaar, indien en voorzover één of beide partijen
een mondelinge toelichting geeft/geven. Elk van partijen kan echter
gemotiveerd bezwaar maken tegen een openbare behandeling. Een verzoek
de behandeling achter gesloten deuren te laten plaatsvinden, wordt
alleen ingewilligd indien zwaarwichtige redenen zich tegen een openbare
behandeling van de klacht verzetten. De voorzitter van de Reclame Code
Commissie dan wel van het College van Beroep beslist over een dergelijk
verzoek. Partijen kunnen uiterlijk ter zitting verzoeken de behandeling achter
gesloten deuren te doen plaatsvinden. De beraadslaging over de klacht is
niet openbaar.
De Commissie doet schriftelijk uitspraak. Deze wordt aan partijen
toegezonden. Indien de voorzitter van de Reclame Code Commissie van
oordeel is dat een zaak spoedeisend is, kan hij bepalen dat deze binnen
14 dagen wordt behandeld.
II. Terzijdelegging (= NIB)
Niet iedere klacht wordt door de Reclame Code Commissie in behandeling
genomen. De voorzitter van de Commissie kan namelijk een klacht terzijde
leggen als hij van oordeel is dat:
• de Commissie de klacht niet zal toewijzen; of dat
• de klacht niet door de Reclame Code Commissie behandeld dient te
worden, maar op basis van de procedure voor grensoverschrijdende
reclame doorgestuurd dient te worden naar een ander lid van de
European Advertising Standards Alliance (EASA) (zie hoofdstuk 13).
Als een klacht door de voorzitter terzijde is gelegd, wordt de klager daarvan
schriftelijk op de hoogte gebracht. Is de klager van mening dat de klacht
ten onrechte terzijde is gelegd, dan kan hij daar bezwaar tegen maken bij de
Reclame Code Commissie (zie hoofdstuk 9).
10
III. Voorzitterstoewijzing (= VAB)
De voorzitter is ook bevoegd tot een zogenaamde voorzitterstoewijzing. De
voorzitter kan van deze bevoegdheid gebruik maken wanneer hij van oordeel
is dat de klacht de Commissie aanleiding zal geven een onderhandse
aanbeveling te doen.
Daarvan kan sprake zijn:
- indien degene tegen wie de klacht is gericht geen gebruik heeft gemaakt van
de gelegenheid om schriftelijk verweer te voeren of
- indien degene tegen wie de klacht is gericht deze heeft erkend of
- indien de voorzitter na ontvangst van het verweer van oordeel is dat de
klacht door middel van een voorzitterstoewijzing kan worden afgehandeld.
Als een klacht door de voorzitter is toegewezen, worden de klager en de
adverteerder daarvan schriftelijk op de hoogte gebracht. Is de adverteerder
van mening dat de klacht ten onrechte is toegewezen, dan kan hij daartegen
kosteloos bezwaar maken bij de Reclame Code Commissie.
IV. Identieke klachten
De voorzitter kan, indien tegen een reclame meer klachten van dezelfde aard
of strekking worden ingediend, bepalen dat deze niet meer in behandeling
worden genomen. Op de website van de Stichting zal melding worden
gemaakt welke reclame-uiting dit betreft. Zodra de Reclame Code Commissie
uitspraak heeft gedaan, zal deze op de website worden geplaatst.
8. DE UITSPRAKEN VAN DE RECLAME
CODE COMMISSIE EN HET COLLEGE
VAN BEROEP
De Reclame Code Commissie kan een klacht toewijzen of afwijzen.
In het eerste geval doet de Commissie een “aanbeveling” in welk geval zij
de adverteerder aanbeveelt om voortaan niet meer op die manier reclame te
maken. Indien de klacht zich richt tegen reclame waarin denkbeelden worden
gepropageerd, geeft zij een ”vrijblijvend advies”.
De beslissingen van de Commissie zijn voor een ieder toegankelijk en kunnen
daardoor bij een breed publiek bekend zijn.
Een aanbeveling of vrijblijvend advies kan op twee manieren worden gedaan:
1. onderhands. De beslissing wordt door de Commissie toegestuurd aan
betrokken partijen.
2. openbaar. De beslissing wordt door de Commissie niet alleen
toegestuurd aan partijen, maar wordt door middel van een persbericht
ook ter kennis van derden gebracht.
11
Wanneer de Commissie de klacht toewijst, kan zij bovendien:
• voorwaarden stellen aan het tijdstip van uitzending van de aan haar
ter beoordeling voorgelegde radio- en/of televisiereclame en/of
• degene wiens reclame in strijd met de Reclame Code is bevonden,
een termijn stellen waarbinnen de aanbeveling van de Commissie
moet zijn opgevolgd en/of
• maatregelen opleggen als omschreven in de overeenkomsten gesloten
tussen de Stichting Reclame Code en organisaties in overleg met wie een
Bijzondere Reclame Code tot stand is gekomen.
Een uitspraak van de Reclame Code Commissie is na 14 dagen defi nitief,
tenzij één van partijen tegen de uitspraak in beroep gaat. Was een zaak
spoedeisend dan geldt een termijn van 7 dagen.
Zie voor de beroepsprocedure hoofdstuk 11.
9. BEZWAAR TEGEN TERZIJDELEGGING
EN VOORZITTERSTOEWIJZING
Heeft de voorzitter van de Reclame Code Commissie de klacht terzijde gelegd
en is dat volgens de klager niet terecht, dan kan deze gemotiveerd binnen
14 dagen bezwaar aantekenen bij de Reclame Code Commissie.
Het bezwaarschrift dient binnen 14 dagen na dagtekening van de terzijdelegging
in het bezit van de Commissie dient te zijn.
Voor de behandeling van een bezwaar tegen de terzijdelegging is klachtengeld
verschuldigd. Zie voor de hoogte daarvan hoofdstuk 6. Het verschuldigde
klachtengeld dient eveneens binnen 14 dagen te zijn voldaan.
Heeft de voorzitter van de Reclame Code Commissie de klacht toegewezen
en is dat volgens de adverteerder niet terecht, dan kan deze gemotiveerd
binnen 14 dagen bezwaar aantekenen bij de voltallige Reclame Code
Commissie. Voor de behandeling van een bezwaar tegen een
voorzitterstoewijzing is geen klachtengeld verschuldigd.
12
10. BEZWAAR TEGEN AFWIJZING VAN
EEN RECLAME DOOR EEN OP GROND
VAN DE MEDIAWET AANGESLOTEN
ORGANISATIE
Indien een op grond van de Mediawet bij de SRC aangesloten organisatie
een aan haar voor uitzending op TV/radio c.q. doorgifte door de kabel
aangeboden reclame op grond van de Nederlandse Reclame Code niet
toelaatbaar acht, brengt zij dit oordeel met spoed, doch uiterlijk binnen
twee weken na ontvangst van de reclame, schriftelijk en met opgaaf van
redenen ter kennis van de adverteerder.
De adverteerder kan tegen een dergelijke beslissing - schriftelijk en met
redenen omkleed - bezwaar aantekenen bij de Reclame Code Commissie.
Voor de behandeling van het bezwaar is C228,- verschuldigd.
11. DE BEROEPSPROCEDURE
Een klager en/of adverteerder die het niet eens is met de uitspraak van de
Reclame Code Commissie kan daartegen in beroep gaan bij het College van
Beroep. De appellant dient ervoor zorg te dragen dat zijn beroepschrift binnen
14 dagen of, in het geval de zaak spoedeisend was, binnen 7 dagen na
dagtekening van de uitspraak in het bezit is van het College van Beroep.
In het beroepschrift moeten staan:
a. de naam en het adres van degene die in beroep gaat,
b. de datum van de uitspraak waartegen in beroep wordt gegaan en
c. de bezwaren tegen de uitspraak.
Het beroepschrift dient in 8-voud te worden ingediend.
Voor de behandeling van het beroepschrift door het College van Beroep is
klachtengeld verschuldigd. Zie voor de hoogte daarvan hoofdstuk 6.
Pas wanneer de Stichting Reclame Code dit bedrag heeft ontvangen, neemt
het College van Beroep het beroep in behandeling. Een kopie van het beroepschrift
wordt naar de wederpartij gestuurd. Deze krijgt 14 dagen de tijd om
verweer te voeren. Beide partijen krijgen de gelegenheid desgewenst hun
standpunt ter zitting van het College van Beroep mondeling toe te lichten.
De uitspraak van het College van Beroep wordt aan partijen toegestuurd.
Deze uitspraak is defi nitief.
13
12. DE UITSPRAKEN IN BEROEP
Het College kan het beroep geheel/gedeeltelijk gegrond verklaren en de
uitspraak van de Reclame Code Commissie geheel/gedeeltelijk vernietigen,
het beroep geheel/gedeeltelijk ongegrond verklaren en de uitspraak van de
Reclame Code Commissie geheel/gedeeltelijk bevestigen en/of de zaak
terugverwijzen naar de Reclame Code Commissie.
13. GRENSOVERSCHRIJDENDE RECLAME
De Stichting Reclame Code is lid van de European Advertising Standards
Alliance (EASA) te Brussel, website: www.easa-alliance.org.
EASA heeft onder andere tot doel ervoor te zorgen dat klachten over reclame
snel en doeltreffend worden behandeld. Ter verwezenlijking van dit doel
hebben de leden van EASA voor de afhandeling van klachten met betrekking
tot grensoverschrijdende reclame afspraken gemaakt. Er is sprake van een
klacht tegen grensoverschrijdende reclame indien geklaagd wordt tegen een
reclame-uiting die uit een ander land afkomstig is.
Een klacht tegen grensoverschrijdende reclame dient schriftelijk te worden
ingediend bij het secretariaat van de Stichting Reclame Code.
De betreffende reclame en eventuele andere gegevens waarop de klacht is
gebaseerd, dienen zo mogelijk te worden overgelegd.
De voorzitter van de Reclame Code Commissie stelt vast of er sprake is van
een klacht tegen grensoverschrijdende reclame en indien dat het geval is en
hij geen termen aanwezig acht de klacht zelf te behandelen, wordt deze klacht
verwezen naar het EASA-lid van waaruit de reclame afkomstig is of waar de
adverteerder is gevestigd.
De klager wordt door het secretariaat van de Stichting Reclame Code op de
hoogte gehouden van het verloop van zijn klacht.
14
DE NEDERLANDSE RECLAME CODE (NRC)
A. ALGEMEEN
1. Onder reclame wordt verstaan: iedere openbare aanprijzing van goederen,
diensten, of denkbeelden (tezamen: producten). Onder reclame wordt mede
verstaan het vragen van diensten.
Toelichting bij artikel 1
Reclame is: aanprijzen in het openbaar. Hieronder wordt onder meer
begrepen een televisieprogramma waarin rechtstreeks aanbiedingen aan
het publiek worden gedaan met het oog op de levering tegen betaling
van producten (= telewinkelen). Aanprijzingen, die niet in het openbaar
plaatsvinden, vallen niet onder de defi nitie. Aankondigingen, die geen enkel
aanprijzend element bevatten, ook niet. Te denken valt aan zuiver feitelijke
mededelingen, zoals openingstijden, familieberichten en louter feitelijke
informatie omtrent (gewijzigd) beleid van overheden of bedrijven.
Voor de beoordeling van het element aanprijzing speelt de totale uiting
een rol. Het gaat niet alleen om de tekst, maar ook om grootte, opmaak,
kleurgebruik en dergelijke. De enkele vermelding van een naam van de
adverteerder kan immers reeds reclame zijn (bijvoorbeeld sponsorborden).
In de defi nitie is niet opgenomen dat de aanprijzing tegen betaling moet zijn
geplaatst. Meestal zal dat wel het geval zijn, maar voor het publiek maakt het
geen verschil of een reclame-uiting tegen betaling dan wel gratis is geplaatst.
2. Reclame dient in overeenstemming te zijn met de wet, de waarheid, de
goede smaak en het fatsoen.
3. Reclame mag niet strijdig zijn met het algemeen belang, de openbare orde
of de goede zeden.
4. Reclame mag niet nodeloos kwetsend zijn, noch een bedreiging inhouden
voor de geestelijke en/of lichamelijke volksgezondheid.
5. Reclame behoort naar vorm en inhoud zodanig te zijn dat het vertrouwen in
de reclame niet wordt geschaad.
6. Zonder te rechtvaardigen redenen mag reclame niet appelleren aan
gevoelens van angst of bijgelovigheid.
7. Reclame mag niet misleiden, met name niet omtrent de prijs, de inhoud,
de herkomst, de samenstelling, de eigenschappen of de doelmatigheid van
de aangeboden producten. Reclame dient zo duidelijk en volledig mogelijk te
zijn, mede gelet op haar aard en vorm en het publiek waarvoor zij is bestemd.
Duidelijk behoort ook te zijn door wie de producten worden aangeboden.
15
8. In reclame gebruikte getuigschriften, attesten of verklaringen van
deskundigen dienen op waarheid te berusten en in overeenstemming te zijn
met recent aanvaarde wetenschappelijke inzichten.
9. In reclame, bestemd voor het grote publiek, behoren wetenschappelijke
termen, statistieken en aanhalingen met grote omzichtigheid te worden
gebruikt, teneinde begripsverwarring te voorkomen. Indien van statistieken
met beperkte geldigheid gebruik wordt gemaakt, moet die beperking duidelijk
blijken. Het bezigen van vaktermen, beschrijvingen, afbeeldingen of beelden,
die er kennelijk op gericht zijn om op quasi-wetenschappelijke of misleidende
wijze het bestaan van niet aanwezige hoedanigheden van producten te
suggereren, behoort achterwege te blijven.
10. Reclame dient duidelijk als zodanig herkenbaar te zijn, door opmaak,
presentatie, inhoud of anderszins, mede gelet op het publiek waarvoor zij is
bestemd.
Reclame op televisie dient door optische en/of akoestische middelen
duidelijk gescheiden te zijn van de rest van het programma-aanbod.
Het gebruik van subliminale technieken in audio-visuele reclame is verboden.
Ook is het gebruik van elementen uit een etherprogramma in reclame op
radio en televisie verboden indien redelijkerwijs moet worden aangenomen
dat daardoor kijkers of luisteraars worden misleid of in verwarring gebracht.
Het in reclame op radio en televisie optreden van personen die krachtens hun
deelname aan etherprogramma’s geacht kunnen worden gezag respectievelijk
vertrouwen te hebben bij bepaalde publieksgroepen is verboden.
Toelichting bij artikel 10
Onder subliminale technieken wordt verstaan: technieken, waarmee door
ingevoegde beelden en/of geluiden van zeer korte duur getracht wordt kijkers
of luisteraars - wellicht zonder dat zij zich daarvan bewust (kunnen) zijn - te
beïnvloeden.
11. Indien in reclame over ”garantie” wordt gesproken, behoort de
omvang, de inhoud en de tijdsduur van die garantie duidelijk te zijn, het
desbetreffende medium in aanmerking genomen.
12. Het op enigerlei wijze, geheel of gedeeltelijk nabootsen van andermans
reclame, waardoor met name het publiek kan worden misleid of in verwarring
gebracht omtrent het product en/of omtrent degene van wie de reclame
afkomstig is, is verboden.
13. Dit artikel maakt met ingang van 1 januari 2006 deel uit van de Kinderen
jeugdreclamecode.
16
14. Onder vergelijkende reclame wordt verstaan elke vorm van reclame
waarbij een concurrent dan wel door een concurrent aangeboden goederen of
diensten uitdrukkelijk of impliciet worden genoemd. Vergelijkende reclame is,
wat de vergelijking betreft, geoorloofd op voorwaarde dat deze:
a. niet misleidend is;
b. goederen of diensten vergelijkt die in dezelfde behoeften voorzien of voor
hetzelfde doel zijn bestemd;
c. op objectieve wijze een of meer wezenlijke, relevante, controleerbare en
representatieve kenmerken van deze goederen of diensten, zoals de prijs
vergelijkt;
d. er niet toe leidt dat op de markt de adverteerder wordt verward met
een concurrent, of de merken, handelsnamen, andere onderscheidende
kenmerken, goederen of diensten van de adverteerder met die van een
concurrent;
e. niet de goede naam schaadt van of zich niet kleinerend uitlaat over de
merken, handelsnamen, andere onderscheidende kenmerken, goederen of
diensten, activiteiten of omstandigheden van een concurrent;
f. voor producten met een benaming van oorsprong in elk geval betrekking
heeft op producten met dezelfde benaming;
g. geen oneerlijk voordeel oplevert ten gevolge van de bekendheid van een
merk, handelsnaam of andere onderscheidende kenmerken van een
concurrent dan wel van de oorsprongsbenamingen van concurrerende
producten; en
h. niet goederen of diensten voorstelt als een imitatie of namaak van
goederen of diensten met een beschermd merk of beschermde
handelsnaam.
Elke vergelijking die verwijst naar een speciale aanbieding, moet duidelijk en
ondubbelzinnig het einde en, zo de speciale aanbieding nog niet loopt, het
begin aangeven van de periode gedurende welke de speciale prijs of andere
specifi eke voorwaarden gelden dan wel vermelden dat de speciale aanbieding
loopt zo lang de voorraad strekt of de diensten kunnen worden verleend.
15. De adverteerder dient op verzoek van de Reclame Code Commissie
c.q. het College van Beroep de juistheid van de reclame aannemelijk te
maken, indien deze gemotiveerd wordt aangevochten.
16. Dit artikel is met ingang van 28 februari 1999 komen te vervallen.
17. De Nederlandse Reclame Code dient niet alleen te worden toegepast
naar de letter, maar ook naar de geest.
18. Bij Bijzondere Reclame Codes is het Algemene gedeelte van de
Nederlandse Reclame Code onverminderd van kracht.
17
B. BIJZONDERE RECLAME CODES
Waar in deze codes wordt gesproken over reclame-uiting(en) wordt bedoeld
reclame zoals gedefi nieerd in artikel 1 van het Algemene gedeelte van de
Nederlandse Reclame Code.
a. Keuringsraad KOAG/KAG
Publieksreclame voor geneesmiddelen dient te zijn voorzien van een geldig
toelatings-stempel afgegeven door de Keuringsraad Openlijke Aanprijzing
Geneesmiddelen (KOAG), op grond van haar statuten.
Bij klachten over reclame-uitingen, die zijn beoordeeld door de Keuringsraad
Aanprijzing Gezondheidsproducten (KAG) kan de Reclame Code Commissie
danwel het College van Beroep rekening houden met het oordeel van de KAG.
b. Cursussen
Reclame voor cursussen behoort een waarheidsgetrouw beeld te geven van
de instelling die de cursus organiseert respectievelijk onder welker auspiciën
de cursus plaatsvindt en van de cursus zelf.
De reclame dient zich te onthouden van enige suggestie van redelijkerwijze
niet te verwezenlijken resultaten en van het stellen van niet-erkende ”graden”.
c. Prijsvragen
Reclame in gedrukte media waarin een prijsvraag wordt aangekondigd dient
tenminste de volgende mededelingen te bevatten:
a. naam en volledig adres van de uitschrijver van de prijsvraag;
b. het aantal prijzen en een omschrijving waaruit de geldswaarde blijkt of
gemakkelijk kan worden afgeleid;
c. de uiterste datum van inzending van het prijsvraagformulier;
d. eventuele uitsluiting van deelneming;
e. datum en wijze waarop de uitslag bekend wordt gemaakt.
d. Leningen, beleggingen en onroerende zaken
Leningen en beleggingen.
Reclame voor vormen van sparen, leningen en/of investeringen mag geen
beweringen bevatten die het publiek kunnen misleiden ten aanzien van de
voorwaarden van de lening of de aangeboden waardepapieren, de ware of
geschatte opbrengst of de voorwaarden van rentebetaling en afl ossing.
Onroerende zaken.
Reclame voor transacties betreffende een onroerende zaak mag geen
misleiding of schromelijke overdrijving inhouden betreffende zaken zoals de
eigendom respectievelijk de eigendomsoverdracht van de grond en de daarop
staande of nog te bouwen opstallen en daarmee samenhangende zaken
zoals materialen, voorzieningen, ligging, vereiste (wettelijke) formaliteiten,
rechten, prijs en fi nancieringsmogelijkheden. Bijzondere zorgvuldigheid is
geboden bij reclame voor onroerende zaken in het buitenland.
18
e. Thuiswerk
Reclame voor thuiswerk moet een juiste omschrijving geven van het te
verrichten werk en de te verwachten beloning vermelden. Wanneer wordt
voorgesteld het gebruik van machines en grondstoffen of onderdelen in
rekening te brengen of wanneer de adverteerder voorstelt de door de
thuiswerker gemaakte goederen te kopen, moet de reclame alle ter zake
dienende informatie bevatten. Naam en adres van de adverteerder moeten
volledig worden bekend gemaakt.
f. Tabaksproducten
Reclame voor tabaksproducten is - behoudens in tabaksspeciaalzaken dan
wel in een met een afsluitbare toegang duidelijk afgescheiden tabaksverkooppunt
in een levensmiddelenzaak of warenhuis - verboden (zie voor specifi eke
defi nities en uitzonderingen de Tabakswet artikel 5).
19
RECLAMECODE VOOR ALCOHOLHOUDENDE
DRANKEN (RVA)
ALGEMENE BEPALINGEN
Toepassingsgebied
De Reclamecode voor Alcoholhoudende Dranken is van toe passing op
reclame voor alcoholhoudende drank en voor niet-alcoholhoudende drank
voor zover deze wordt aangeprezen om te worden gebruikt in combinatie met
alcoholhoudende drank. Deze Code is van toepassing op alle specifi ek voor
Nederland bestemde reclame.
Begripsbepalingen
Deze Code verstaat onder:
de branche: het deel van het bedrijfsleven dat is betrokken bij de productie,
de import, de distributie, de verkoop en de verstrekking van alcohol houdende
drank;
alcoholhoudende drank: drank die een half (0,5) of meer volume pro centen
alcohol bevat;
reclame voor alcoholhoudende drank: iedere openbare aanprijzing van
alcoholhoudende drank en van niet-alcoholhoudende drank voor zover deze
wordt aangeprezen om te worden gebruikt in combinatie met alcoholhoudende
drank, ongeacht het medium dat wordt gebruikt (onder meer: print, radio, TV,
etiketten, verpakkingen, internet) en inclusief consumentenpromoties,
direct-mail, merchandising, ‘point of sale’ materiaal en sponsoring;
minderjarigen: personen beneden de leeftijd van 18 jaar;
specifi ek richten op minderjarigen: een reclame voor alcoholhoudende drank
wordt geacht zich specifi ek op minderjarigen te richten indien deze een
aantrekkingskracht heeft op minderjarigen die aanmerkelijk uitstijgt boven die
welke de uiting heeft op volwassenen;
jongerenzender: een zender waarvan meer dan 25% van het totale kijk- en
luisterpubliek bestaat uit minderjarigen. Voor de vaststelling van het percentage
minderjarigen in het kijk- en luisterpubliek wordt uitgegaan van het
gewogen gemiddelde van de kijk- of luistercijfers, afgezet tegen het gehele
programma-aanbod van een zender. Het percentage dient te worden gemeten
via algemeen in de markt geaccepteerd kijk- en luisteronderzoek.
Jaarlijks wordt over de periode van juli van het ene jaar tot en met juni van het
daaropvolgende jaar door de branche vastgesteld, op basis van onderzoek
door een onafhankelijk bureau, welke omroepen zijn aan te merken als
jongerenzender;
20
horecapromoties: promoties in horecagelegenheden, waarbij een promotieteam
in opdracht van een producent of importeur het aanwezige publiek in
staat stelt kennis te maken met één van de merkproducten van de producent
of importeur;
ringtone: het hoorbare geluid wanneer er een telefoongesprek of een SMS
binnenkomt op een mobiele telefoon;
games: alle spellen die digitaal gespeeld kunnen worden;
SMS: Short Message Service: de mogelijkheid om tekstberichten te sturen
naar en te ontvangen van mobiele telefoons. Het bericht bestaat uit woorden
en/of cijfers en/of een alfanumerische combinatie.
ALGEMEEN
Artikel 1.
Aangezien onverantwoorde consumptie van alcohol houdende drankproblemen
met zich mee kan brengen, is terug houdendheid in alle reclame voor deze
drank geboden. Reclame voor alcoholhoudende drank mag geen overmatige
of anderszins onverantwoorde consumptie tonen, suggereren of stimuleren.
Artikel 2.
Reclame voor alcoholhoudende drank mag onthouding van alcoholconsumptie
of matige alcoholconsumptie niet op een negatieve manier uitbeelden, noch
mag reclame voor alcoholhoudende drank zich afzetten tegen enige
niet-alcohol houdende drank.
Artikel 3.
lid 1
Reclame voor alcoholhoudende drank mag geen verwarring wekken over het
alcoholhoudende karakter en het alcoholpercentage van de drank.
lid 2
Reclame voor een alcoholhoudende drank, met inbegrip van de merknaam,
de soortnaam en de verpakking, mag niet de indruk wekken dat er sprake is
van frisdrank, limonade of andere niet-alcoholhoudende drank.
Artikel 4.
Reclame voor alcoholhoudende drank mag niet suggereren dat de hoogte van
het alcoholpercentage op zich een positieve eigenschap is. Ook mag niet
worden gesuggereerd dat risico’s verdwijnen naarmate het alcoholpercentage
lager is.
Artikel 5.
Reclame voor alcoholhoudende drank mag niet in strijd zijn met de goede
smaak en het fatsoen, of afbreuk doen aan de menselijke waardigheid en
integriteit.
21
CLAIMS
Artikel 6.
Reclame voor alcoholhoudende drank mag niet:
lid 1
wijzen op de ontremmende werking van alcoholhou dende drank zoals het verminderen
of verdwijnen van angstgevoelens en innerlij ke of sociale confl ic ten.
lid 2
verwijzen naar mogelijke voor de gezondheid gunstige effecten van het
nuttigen van alcoholhoudende drank.
lid 3
suggereren dat consumptie van alcoholhoudende drank lichamelijke of
geestelijke prestaties verbetert.
lid 4
suggereren dat consumptie van alcoholhoudende drank de sportprestatie
positief beïnvloedt.
Artikel 7.
Reclame voor alcoholhoudende drank mag niet suggereren dat consumptie
van alcoholhoudende drank de beroepsuitoefening positief beïnvloedt.
Artikel 8.
Reclame voor alcoholhoudende drank mag niet de indruk wekken dat
consumptie van alcoholhoudende drank een bijdrage levert aan sociaal of
seksueel succes.
KWETSBARE GROEPEN
Zwangere vrouwen
Artikel 9.
Reclame voor alcoholhoudende drank mag niet in het bijzonder gericht zijn op
zwangere vrouwen.
Minderjarigen
Artikel 10.
Reclame voor alcoholhoudende drank mag zich niet specifiek richten tot minderjarigen.
Reclame voor alcoholhoudende drank mag geen gebruik maken
van illustraties, kleurstelling of vormgeving, cartoons, symbo len of idolen,
geluid, muziek, ringtones, SMS of voor minderjarigen typisch taalgebruik of
uitdrukkingen, die een attractiewaarde hebben voor minderjarigen die
aanmerkelijk uitstijgt boven die welke die uiting heeft voor volwassenen.
22
Artikel 11.
Reclame voor alcoholhoudende drank mag geen personen tonen jonger dan
25 jaar die alcoholhoudende drank drinken of die tot het drinken van alcoholhoudende
drank aanzetten.
Artikel 12.
Reclame voor alcoholhoudende drank mag niet suggereren dat de
consumptie van alcohol houden de drank een teken van volwassenheid is en
onthouding van alcoholconsumptie een teken van onvolwas senheid.
Artikel 13.
Het gratis of voor minder dan de helft van de normale verkoopprijs (doen)
aanbieden van voorwerpen voorzien van reclame voor alcohol houdende drank
aan personen die de wettelijke leeftijdsgrens voor het kopen van de betreffende
alcoholhoudende drank nog niet hebben bereikt, is niet toegestaan.
RISICOVOLLE SITUATIES
Artikel 14.
Reclame voor alcoholhoudende drank mag geen situaties weergeven die
aanzetten tot risicovol gedrag.
Artikel 15.
Reclame voor alcoholhoudende drank in het kader van evene menten is
niet toegestaan, indien redelijkerwijs moet worden vermoed dat daardoor
verstoring van de openbare orde en/of verstoring van het betreffende
evenement in de hand wordt gewerkt.
Artikel 16.
Reclame voor alcoholhoudende drank in het kader van evene menten is niet
toegestaan, indien redelijkerwijs te verwachten valt dat daardoor risico
ontstaat op lichamelijk letsel voor deel nemers en/of toeschouwers.
Artikel 17.
Reclame voor alcoholhoudende drank mag geen verband leggen tussen
consumptie van alcoholhoudende drank en actieve verkeersdeelname met
welk vervoermiddel dan ook. Deze bepaling geldt niet indien en voor zover
de aanprijzing een waarschuwing bevat tegen actieve verkeersdeelname na
gebruik van alcoholhoudende drank.
23
SPECIFIEKE VORMEN
Collectieve reclame
Artikel 18.
Collectieve reclame voor soorten alcoholhoudende drank is niet toegestaan.
Toegestaan is slechts reclame voor alcoholhoudende drank onder aanduiding
van de merk- of handelsnaam, en bij wijn tevens onder aanduiding van de
plaats of streek van herkomst.
Sport- en evenementsponsoring
Artikel 19.
Het verbinden van een merknaam van een alcoholhoudende drank aan een
evenement is toegestaan. In geval van sport- en evenementensponsoring zijn
alle regels van deze Code van toepassing.
Gratis verstrekken
Artikel 20.
Behoudens bij proeverijen is reclame waarbij alcoholhoudende drank door
een lid van de branche of met actieve medewerking van een lid van de branche
gratis of tegen minder dan de helft van de normale verkoopprijs van de
alcoholhoudende drank aan particulieren wordt aangeboden, niet toegestaan.
KWETSBARE GROEPEN
Minderjarigen
Artikel 21.
Reclame voor alcoholhoudende drank in welke vorm dan ook mag geen
publiek bereiken dat voor meer dan vijfentwintig procent (25%) bestaat uit
minderjarigen. Voor reclame-uitingen, uitgezonderd die op internetsites
voorkomen, geldt als maatstaf voor het bereik het algemeen in de markt
geaccepteerd bereiksonderzoek. Voor bioscopen en evenementen gelden de
bezoekcijfers als maat voor het bereik. Met uitzondering van reclame-uitingen
op internetsites, rust de bewijslast ter zake van het bereik op de adverteerder,
die zich daarbij moet baseren op algemeen in de markt geaccepteerde kijk- of
luistercijfers.
Artikel 22.
Reclame voor alcoholhoudende drank mag niet worden uitgezonden op radio
en televisie direct voorgaand aan, tijdens, of direct volgend op programma’s
die volgens algemeen in de markt geaccepteerde luister- of kijkcijfers voor
24
meer dan vijfentwintig procent (25%) worden gehoord respectievelijk bekeken
door minderjarigen.
Artikel 23.
Op jongerenzenders mag geen reclame voor alcoholhoudende drank worden
gemaakt.
NIEUWE MEDIA
Artikel 24.
Reclame voor alcoholhoudende drank mag niet geschieden in de vorm van
het gevraagd of ongevraagd sturen van SMS-berichten naar minderjarigen,
noch in de vorm van ringtones of mobiele telefoongames, noch in de vorm
van games voor internet of andere computergames specifi ek voor minderjarigen.
Sponsoring van of productplacement in de hier genoemde games
door de branche is niet toegestaan.
Artikel 25.
lid 1
Internetsites waarvan de merknaam van de alcoholhoudende drank ook deel
uitmaakt van de domeinnaam dienen een duidelijk zichtbare vermelding van
de wettelijke leeftijdsgrens voor de aankoop daarvan te bevatten.
Deze internetsites mogen geen chatboxen bevatten.
lid 2
Op internetsites die zich specifi ek richten op minderjarigen mag geen reclame
voor alcoholhoudende drank worden gemaakt.
PERSOONSGERICHTE RECLAME
Horecapromoties
Artikel 26.
lid 1
Het aanprijzen van alcoholhoudende drank door horecapromotieteams mag
niet zijn gericht op minderjarigen. Deze wijze van aanprijzing is niet toegestaan
op plaatsen waar het publiek op dat moment voor meer dan vijfentwintig
procent (25%) bestaat uit minderjarigen.
lid 2
Tijdens horecapromoties is het niet toegestaan alcoholhoudende drank gratis
aan te bieden of te verkopen tegen minder dan de helft van de normale
verkoopprijs.
lid 3
Tijdens horecapromoties is het niet toegestaan om per promotie meer dan
één consumptie per klant met korting aan te bieden.
25
lid 4
Tijdens horecapromoties is het niet toegestaan om gelijktijdig een consumptie
met korting én een premium weg te geven.
Outdoorreclame
Artikel 27.
Reclame voor alcoholhoudende drank is niet toegestaan op billboards, swanks,
abri’s en mupi’s die zijn geplaatst in het zicht van ontwen ningsklinieken of
onderwijsinstellingen die in meerderheid door minder jarigen worden bezocht,
noch wanneer deze zijn geplaatst langs snelwegen of langs overige wegen
buiten de bebouwde kom.
SPECIFIEKE VORMEN
Artikel 28.
Reclame voor alcoholhoudende drank mag niet worden gevoerd op een individuele
sporter of sportploeg, noch op vervoermiddelen die door de sporter
of sportploeg bij het beoefenen van snelheidssporten worden gebruikt.
Beurzen
Artikel 29.
Tijdens beurzen is het de exposanten toegestaan de bezoekers, die de
wettelijke leeftijd voor het kopen van alcoholhoudende drank hebben bereikt,
desgevraagd een alcoholhoudende drank te laten proeven.
Tapinstallaties
Artikel 30.
Het is de leden van de branche niet toegestaan gratis of tegen een symbolische
vergoeding professionele tapinstallaties ter beschikking te stellen bij
manifes taties, evenementen en festiviteiten.
EDUCATIEVE SLOGAN
Artikel 31.
Voor reclame voor alcoholhoudende drank die audiovisueel wordt uitgezonden
op televisie, in bioscopen, theaters en besloten tv-circuits geldt dat iedere
uiting dient te zijn voorzien van een algemene duidelijk zichtbare educatieve
slogan waarmee de consument wordt aangespoord tot verantwoorde
alcoholconsumptie.
Deze Code is in werking getreden op 1 mei 2005.
26
CODE BRIEVENBUS RECLAME,
HUISSAMPLING EN DIRECT RESPONSE
ADVERTISING (CBR)
ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1.
Deze Code verstaat onder:
a. brievenbusreclame: elke reclame die, geadresseerd of ongeadresseerd,
via brievenbus of postbus wordt verspreid en geen geïntegreerd deel uitmaakt
van een ander medium, zoals kranten en tijdschriften.
b. huissampling: het geadresseerd of aan huis verspreiden van goederen of
monsters van goederen zonder dat daarvoor enige tegenprestatie wordt
verlangd.
c. direct response advertising: elke reclame waarin de aangeboden
goederen, diensten of informatie rechtstreeks van de aanbieder door middel
van een schriftelijke, elektronische of telefonische reactie verkregen kunnen
worden.
d. opdrachtgever: hij die ter bevordering van de verkoop van zijn goederen
of diensten of tot het propageren van zijn denkbeelden brievenbusreclame,
huissampling of direct response advertising doet uitgaan.
e. verspreider: hij die al dan niet in opdracht brievenbusreclame, of direct
response- of sampling- materiaal verspreidt of laat verspreiden.
f. duurtransacties: een transactie met betrekking tot een reeks van
goederen en/of diensten, waarvan de leverings- en afnameverplichting in de
tijd is gespreid.
Artikel 2.
De opdrachtgever dient zich in brievenbusreclame, huissampling en direct
response advertising zodanig te identifi ceren, dat hij gemakkelijk kenbaar
en daadwerkelijk bereikbaar is voor de ontvanger. Naam en adres van de
opdrachtgever dienen in het aanbod voor te komen, waarbij niet kan worden
volstaan met de vermelding van het postbusnummer.
27
INHOUD EN AFWIKKELING VAN HET
AANBOD
Artikel 3.
De aangeboden goederen en/of diensten dienen duidelijk en waarheidsgetrouw
te worden afgebeeld en/of beschreven.
Artikel 4.
Elk aanbod dient een korte, eenvoudig geformuleerde samenvatting te
bevatten van de rechten en verplichtingen, die aan de aanvaarding van het
aanbod zijn verbonden in het bijzonder wat betreft de contantprijs, de kosten
en condities van het betalen in termijnen, de eventuele verzendkosten en
overige condities, zoals al dan niet vrijblijvend op zicht zodat de ontvanger
precies kan weten wat wordt aangeboden en wat zijn rechten en verplichtingen
zijn indien hij op het aanbod ingaat.
Artikel 5.
Ten aanzien van waardecoupons, voordeelcoupons en waardezegels geldt
dat het voordeel of de reductie voor de ontvanger, gemakkelijk kenbaar en
door hem verifi eerbaar moet zijn, dat de geldigheidsduur aangegeven dient te
worden alsmede eventuele andere beperkingen.
Artikel 6.
De opdrachtgever verplicht zich bij ontvangst beschadigde premies of
goederen terug te nemen en door nieuwe te vervangen.
ONGEVRAAGDE TOEZENDING
Artikel 7.
Verboden is ongevraagde toezending van goederen:
a. waarvoor de ontvanger naar gesteld of gesuggereerd wordt verplicht zou
zijn te betalen, tenzij hij de goederen weigert of terugzendt;
b. waarbij de ontvanger de indruk krijgt verplicht te zijn de goederen te
accepteren.
RETOURRECHT
Artikel 8.
De aanduiding ”vrijblijvend op zicht” of ”niet goed, geld terug” en soortgelijke
aanduidingen verplichten de opdrachtgever geretourneerde goederen zonder
restrictie te accepteren binnen de in het aanbod genoemde termijn.
28
Artikel 9.
De ontvanger is gerechtigd naar aanleiding van direct response advertising,
brievenbusreclame of huissampling bestelde goederen binnen zeven dagen,
of zoveel later als in het aanbod is bepaald, behoorlijk terug te zenden zonder
enige andere verplichting zijnerzijds, tenzij het aanbod uitdrukkelijk anders
luidt.
Artikel 10.
Bij retourzending van goederen in de gevallen genoemd in de artikelen 8 en
9 zullen eventueel reeds ontvangen bedragen door de opdrachtgever binnen
30 dagen na terugontvangst van de goederen worden terugbetaald.
DUURTRANSACTIE
Artikel 11.
De ontvanger is gerechtigd een door hem aangegane duurtransactie
tussentijds te ontbinden indien het geleverde niet aan zijn gerechtvaardigde
verwachtingen voldoet, zulks met inachtneming van de daartoe eventueel
overeengekomen beëindigingsregels.
VERSPREIDING EN AFLEVERING
Artikel 12.
De verspreider is verplicht erop toe te zien dat (on)geadresseerd verspreid
reclamemateriaal de ontvanger ordelijk bereikt, met inachtneming van
artikel 14.
Artikel 13.
Dit artikel is met ingang van 1 april 1993 vervallen.
Artikel 14.
Indien een ontvanger schriftelijk heeft medegedeeld geen geadresseerde
reclame te willen ontvangen dient de opdrachtgever ervoor te zorgen dat deze
wens zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval binnen een termijn van drie
maanden na ontvangst van het verzoek, zonder restrictie ingewilligd wordt.
Artikel 15.
Monsters van goederen dienen veilig verpakt aan de ontvanger te worden
afgeleverd. De verantwoordelijkheid voor het verspreiden van monsters blijft
bij de opdrachtgever.
29
Artikel 16.
Monster- en ander materiaal, dat bij in- of uitwendig gebruik ervan gevaar
kan opleveren voor de lichamelijke gezondheid, dient door de verspreider
uitsluitend persoonlijk aan volwassenen te worden overhandigd.
Artikel 17.
Dit artikel maakt met ingang van 1 januari 2006 deel uit van de
Kinder- en jeugdreclamecode
Artikel 18.
Medewerkers van een verspreider dienen bij het verspreiden van reclamemateriaal
desgevraagd te kunnen aantonen voor welke verspreider zij werken.
NB: Zie voor een (eventueel) verbod op het verspreiden van ongeadresseerd
reclamedrukwerk en alcoholhoudende producten de respectieve Bijzondere
Reclame Codes.
Deze code is in werking getreden op 1 april 1993.
30
CODE VERSPREIDING ONGEADRESSEERD
RECLAMEDRUKWERK (CODE VOR)
DEFINITIES EN ALGEMENE BEPALING
Artikel 1.1.
In deze Code wordt verstaan onder:
a. Reclame: iedere openbare aanprijzing van goederen, diensten of
denkbeelden (tezamen: producten). Onder reclame wordt mede verstaan
het vragen van diensten.
b. Reclamedrukwerk: ieder drukwerk dat geheel of gedeeltelijk uit reclame
bestaat, uitgezonderd huis-aan-huisbladen.
c. Samples: goederen of monsters van goederen die ter aanprijzing worden
verspreid zonder daarvoor enige tegenprestatie te verlangen.
d. Ongeadresseerd reclamedrukwerk: reclamedrukwerk en/of samples die
gratis huis-aan-huis worden verspreid zonder vermelding van adres
(of postbus) en woonplaats van de ontvanger.
e. Huis-aan-huisbladen: ongeadresseerde drukwerken die met een vaste
frequentie gratis huis-aan-huis worden verspreid in een geografi sch
beperkt gebied en waarvan tenminste 10% van de inhoud bestaat uit
informatie over en nieuws uit het eigen verspreidingsgebied, niet zijnde
reclame, en die daarnaast reclame bevatten.
f. Afzender:
- bij ongeadresseerd reclamedrukwerk: degene die als afzender(s) op het
ongeadresseerde reclamedrukwerk is (zijn) vermeld;
- bij huis-aan-huisbladen: de uitgever, vermeld in het huis-aan-huisblad.
g. Verspreider: de organisatie die het ongeadresseerde reclamedrukwerk of
de huis-aan-huisbladen verspreidt of doet verspreiden in opdracht van de
afzender.
Toelichting bij artikel 1.1.a.
Het begrip reclame, zoals gedefi nieerd in de Code, omvat iedere openbare
aanprijzing, ongeacht de afzender. Het maakt dus geen verschil of een
reclame-uiting afkomstig is van een overheidsinstelling, een non-profi t
organisatie of een bedrijf. Indien de mededeling geen aanprijzend karakter
heeft, is er geen sprake van reclame. Dit doet zich bijvoorbeeld voor bij het
verspreiden van louter feitelijke informatie. Daarvoor wordt algemeen het
woord ”voorlichting” gebruikt. Of een bepaalde uiting reclame is, wordt
31
uiteindelijk bepaald door de Reclame Code Commissie en het College van
Beroep. Onder ”het vragen van diensten” wordt verstaan het werven van
personeel of thuiswerkers.
Toelichting bij artikel 1.1.d.
Het ongeadresseerd zijn wordt bepaald door de afwezigheid van (postbus- of
huis)adres en woonplaats van de ontvanger. Het is niet van belang of in een
adressering een naam is opgenomen; reclamedrukwerk dat is geadresseerd
aan ”de bewoner van” een specifi ek adres wordt derhalve niet als ongeadresseerd
beschouwd. Overigens betekent dit dat dergelijke drukwerken
vallen binnen het bereik van de regeling Infofi lter (zie www.infofi lter.nl), zodat
degene die bij het Infofi lter schriftelijk heeft aangegeven geen geadresseerde
reclame te willen ontvangen, evenmin drukwerk behoort te ontvangen, dat
zonder vermelding van zijn naam aan zijn adres is gericht.
Toelichting bij artikel 1.1.e.
Een huis-aan-huisblad onderscheidt zich van de overige bladen doordat
het naast reclame en eventueel meer algemene informatie ook informatie
en nieuws bevat uit het eigen verspreidingsgebied. Er is gekozen voor een
relatief laag percentage van 10%.
Artikel 1.2.
De afzender dient zich zodanig te identifi ceren dat hij gemakkelijk en
daadwerkelijk bereikbaar is voor de ontvanger. Naam, adres en woonplaats
van de afzender dienen in het ongeadresseerde reclamedrukwerk en
huis-aan-huisblad vermeld te zijn, alleen vermelding van een postbusnummer
is niet voldoende.
2. Stickers
2.1. De volgende stickers vallen onder het bereik van deze Code:
Sticker A: ”GEEN ONGEADRESSEERD RECLAMEDRUKWERK,
GEEN HUIS-AAN-HUISBLADEN” (NEE/NEE);
Sticker B: ” GEEN ONGEADRESSEERD RECLAMEDRUKWERK,
WEL HUIS-AAN-HUISBLADEN” (NEE/JA);
zoals nader uitgewerkt in de modellen opgenomen in bijlage 1 van deze Code.
2.2. De betekenis van sticker A is: door sticker A aan te brengen op of in de
directe omgeving van zijn brievenbus, geeft de bewoner of gebruiker van het
desbetreffende perceel aan geen prijs te stellen op de ontvangst van
ongeadresseerd reclamedrukwerk en huis-aan-huisbladen.
2.3. De betekenis van sticker B is: door sticker B aan te brengen op, of in de
directe omgeving van zijn brievenbus beoogt de bewoner of gebruiker van het
desbetreffende perceel aan te geven geen prijs te stellen op de ontvangst
van ongeadresseerd reclamedrukwerk en wel prijs te stellen op de ontvangst
van huis-aan-huisbladen in zijn brievenbus.
32
3. Respectering stickers
3.1. Afzenders en verspreiders zullen ieder voor zich en in gezamenlijk overleg
alle maatregelen en voorzieningen treffen die noodzakelijk zijn:
- teneinde de respectering van de op bijlage 1 vermelde stickers te bereiken;
- en voor de verdere uitvoering en naleving van deze Code.
3.2. Afzenders en verspreiders zullen het aantal aangebrachte stickers (laten)
bijhouden en de aantallen te verspreiden ongeadresseerde reclamedrukwerken
en huis-aan-huisbladen daarop afstemmen.
4. Verspreiding en bekendmaking stickers
4.1. De partijen bij deze Code zullen ervoor zorgen dat stickers A en B,
vermeld op bijlage 1, gratis en in voldoende mate voor het publiek
verkrijgbaar zijn.
Toelichting bij artikel 4.1.
De verspreiding van de stickers vindt plaats via de Gemeente en via het
speciale telefoonnummer 0900-2025095 (25 cent per minuut).
De sticker kan door de ontvanger van ongeadresseerd reclamedrukwerk
en/of huis-aan-huisbladen worden afgehaald bij het Gemeentehuis of door
de Gemeente aan te wijzen Gemeentelijke instellingen die een openbare
publieksfunctie vervullen. De sticker hoeveelheid op locatie zal afgestemd
worden op het inwoneraantal van de desbetreffende gemeente. De sticker
kan door de ontvanger van ongeadresseerd reclamedrukwerk en/of huis-aanhuisbladen
ook telefonisch besteld worden, waarna toezending plaatsvindt.
4.2. De partijen bij deze Code zullen de betekenis en de verkrijgbaarheid van
de stickers op duidelijke wijze onder de aandacht brengen van het publiek.
Toelichting bij artikel 4.2.
Met betrekking tot de invoering van het stickersysteem is een PR-plan
ontwikkeld, dat beoogt het stickersysteem op duidelijke wijze onder de
aandacht van belanghebbenden te brengen.
5. Klachten
Een ieder die meent in strijd met een door hem/haar aangebrachte sticker
ongeadresseerd reclamedrukwerk en/of een huis-aan-huisblad te hebben
ontvangen, kan zich hierover schriftelijk beklagen bij de afzender en/of de
verspreider. De ontvanger van de klacht is gehouden de klacht te onderzoeken
en de klager binnen vier weken schriftelijk te informeren omtrent de
uitkomst van dit onderzoek. Indien de klacht is gericht aan de afzender dient
deze op eerste verzoek naam en adres van de verspreider bekend te maken.
Toelichting bij artikel 5
Het klachtrecht geldt voor de stickers vermeld op bijlage 1. Voor een oplos33
sing van klachten kan allereerst telefonisch contact worden gezocht met de
afzender of de verspreider. Bestaat de wens de klacht voor te leggen aan
de Stichting Reclame Code, zoals bedoeld in artikel 6, dan dient klager zich
schriftelijk bij de afzender of verspreider te beklagen. In dat geval wordt ervan
uitgegaan dat zowel de afzender als de verspreider partij in de procedure
zijn zoals bedoeld in artikel 6.1. Klager dient in de procedure bij de Stichting
Reclame Code een kopie van zijn schriftelijk beklag bij de afzender en/of de
verspreider te kunnen overleggen.
6. Toezicht en sancties
6.1. De klager, die niet tijdig is geïnformeerd conform artikel 5, of de afhandeling
van zijn klacht onbevredigend acht, kan vervolgens een klacht indienen
bij de Stichting Reclame Code, conform de statuten en reglementen van deze
Stichting. De klacht moet bij gebreke van een tijdige reactie door de afzender
(c.q. verspreider) uiterlijk binnen vier weken na het verstrijken van de in
artikel 5 bedoelde termijn en bij bezwaar tegen een gegeven reactie binnen
vier weken na ontvangst van die reactie worden ingediend, tenzij de klager
aannemelijk maakt dat dat redelijkerwijze niet van hem verlangd kan worden.
Toelichting bij artikel 6.1.
Het uitgangspunt is dat de klager voor de tweede stap van de
klachtenprocedure 4 weken de tijd heeft. Indien hij deze voorgeschreven
periode overschrijdt, dient hij aan te tonen dat hij bijvoorbeeld door ziekte,
vakantie of anderszins niet in staat was tijdig te reageren.
6.2. Bij toewijzing van een klacht gelden de sancties vermeld in artikel 17
en 18 van het Reglement betreffende de Reclame Code Commissie en het
College van Beroep.
6.3. De Reclame Code Commissie c.q. het College van Beroep kan bij een
toewijzing van een klacht aangeven of de overtreding van de Code te wijten is
aan de afzender en/of de verspreider.
7. Inwerkingtreding
Deze Code is in werking getreden op 1 januari 1993 en aangepast op
1 januari 2004.
BIJLAGE 1
34
CODE VERSPREIDING RECLAME VIA
E-MAIL (CODE E-MAIL)
1. Algemene bepalingen
1.1 Deze Code is van toepassing op het toezenden van reclame via e-mail.
1.2 In deze Code wordt verstaan onder:
a: reclame via e-mail: het per e-mail in het openbaar aanprijzen van
goederen, diensten of denkbeelden, alsmede het vragen van diensten;
b: adverteerder: degene die reclame via e-mail doet uitgaan;
c: verspreider: degene die al dan niet in naam van de adverteerder
reclame via e-mail verspreidt of laat verspreiden. Onder verspreider
wordt niet verstaan de aanbieder van te gebruiken netwerken of diensten
voor elektronische communicatie, voorzover hij in deze functie handelt;
d: geadresseerde: de persoon tot wie reclame via e-mail is gericht.
1.3 De adverteerder dient zich ervan te vergewissen dat de geadresseerde
van reclame via e-mail daarvoor toestemming heeft gegeven, dan wel als
klant van de adverteerder reeds een gelijkaardig product heeft besteld.
1.4 De inhoud van de reclame via e-mail dient te voldoen aan de algemene
regels voor reclame en bij verkoop op afstand in het bijzonder aan de
wettelijke regels met betrekking tot verkoop op afstand.
2. Identiteit en herkenbaarheid
2.1 Reclame via e-mail moet duidelijk als zodanig herkenbaar zijn.
Herkenbaarheid moet zitten in de combinatie van adresregel en
onderwerp.
2.2 De adverteerder dient zich zodanig te identifi ceren dat hij gemakkelijk en
daadwerkelijk bereikbaar is voor de geadresseerde. Tenminste
bedrijfsnaam - waarbij niet volstaan kan worden met een pseudoniem – ,
e-mailadres, postadres en/of telefoonnummer dienen in de e-mail
vermeld te worden.
3. Grootte
3.1 Het bericht dat de reclame via e-mail bevat, mag maximaal een grootte
hebben van 50 Kb, tenzij adverteerder c.q. verspreider en geadresseerde
anders zijn overeengekomen. Indien er (gecomprimeerde) bestanden
worden meegezonden, dient de grootte van deze bestanden
(in uitgevouwen vorm) in de e-mail vermeld te worden.
3.2 Indien de reclame via e-mail verwijst naar een website waar een bestand
opgehaald kan worden, dient de grootte van het op te halen bestand te
worden vermeld.
35
3.3 Meegezonden bestanden en of scripts moeten virusvrij zijn en mogen op
geen enkele wijze schade berokkenen aan de ontvanger. De samensteller
van de mail blijft volledig verantwoordelijk voor alle schade die voortvloeit
uit, en direct in verband gebracht kan worden met, deze schade
veroorzakende mail.
Uitvoerbare bestanden mogen niet worden meegestuurd.
4. Verzamelen van e-mail adressen
4.1 Bij verzamelen van e-mail adressen op de website van adverteerder dient
op het ogenblik dat een bezoeker zijn e-mailadres achterlaat op de
website, deze duidelijk geïnformeerd te worden waarvoor zijn e-mailadres
zal worden gebruikt.
4.2 De bezoeker dient vooraf, door middel van een actieve handeling, te
kunnen aangeven of hij reclame via e-mail wenst te ontvangen.
De eerste volzin van dit artikel is niet van toepassing indien:
a. het e-mailadres wordt verkregen in het kader van het leveren van
producten, diensten en/of het doen van donaties;
b. het e-mailadres door de adverteerder wordt gebruikt voor
communicatie voor eigen commerciële, ideële of charitatieve doeleinden
met betrekking tot vergelijkbare producten, diensten of verzoeken tot
donaties;
c. de bezoeker bij het verstrekken van zijn e-mailadres de in artikel 5
lid 1 omschreven mogelijkheid tot het doen van verzet is geboden.
Indien bij adverteerder de intentie bestaat een e-mailadres (tevens) aan
derden te verstrekken, dient de bezoeker hiervoor apart zijn toestemming te
geven.
4.3 Het verstrekken van een e-mailadres aan derden is alleen toegestaan
indien vooraf aan de bezoeker duidelijk gemaakt is waarvoor het
e-mailadres zal worden gebruikt en indien het verstrekken geschiedt
conform de aan de bezoeker gegeven informatie.
Die duidelijkheid kan worden gegeven door het aangeven van
bedrijfsnamen of welbepaalde categorieën. Ook toegestaan is, in plaats
daarvan, te vermelden, zakelijk weergegeven, dat het adres uitsluitend
zal worden verstrekt aan derden die:
a. hebben verklaard zich aan deze Code en de privacyregelgeving te
zullen houden;
b. dat ook doen;
c. e-mails met reclame uitsluitend onder controle van de verzamelaar van
de betreffende adressen versturen.
Voorts dient in aanvulling op artikel 2.2 in elk bericht verstuurd door
derden, naast de identiteit van de derde adverteerder zelf, ook de
identiteit van de verstrekker aan de derde adverteerder en indien van
toepassing, de identiteit van de tussenpersoon te worden vermeld.
36
4.4 Bij het verzamelen van e-mail adressen anders dan via de website dient
aan de houder van het e-mailadres op dezelfde wijze als in artikel 4.1,
4.2 en 4.3 informatie gegeven te worden over wat er met het adres
gebeurt en toestemming gevraagd voor het verstrekken van het
e-mailadres aan derden.
4.5 Het gebruik van e-mail adressen is slechts toegestaan wanneer de
geadresseerde daarvoor voorafgaand toestemming heeft verleend,
conform bovenstaande artikelen.
5 Recht van verzet
5.1 Het verzamelen van e-mailadressen, zonder dat de geadresseerde de
mogelijkheid van verzet tegen toezending van reclame via e-mail heeft,
is niet toegestaan.
5.2 De geadresseerde dient zich telkens eenvoudig en door middel van een
hyperlink af te kunnen melden, hetzij voor verdere reclame van de
adverteerder, hetzij voor verdere reclame van de verzamelaar van het
adres. Dit recht van verzet dient op eenvoudige, duidelijke en liefst
uniforme wijze mogelijk gemaakt te worden. De (derde) adverteerder
draagt er zorg voor dat het verzoek op deze wijze gedaan onverwijld en
vervolgens kosteloos wordt ingewilligd.
6 Klachten en toezicht
6.1 Een ieder die meent in strijd met deze Code reclame via e-mail te hebben
ontvangen, kan hierover schriftelijk en/of via een elektronisch klachtenformulier
per e-mail (www.reclamecode.nl) een klacht indienen bij de
Reclame Code Commissie, conform de statuten en het reglement van de
Stichting Reclame Code.
6.2 Indien een belangenorganisatie vijf of meer klachten over dezelfde
e-mailmarketingcampagne ontvangt, kan deze organisatie namens de
klagers rechtstreeks een klacht indienen bij de Stichting Reclame Code,
in overeenstemming met de statuten en reglementen van deze Stichting.
De klacht moet binnen vier weken na de e-mailmarketingcampagne
worden ingediend, tenzij de organisatie aannemelijk maakt dat dat
redelijkerwijze niet van haar verlangd kan worden.
6.3 Het klaagschrift dient naast de n.a.w. (naam, adres woonplaats) -
gegevens van klager ook kopieën van de e-mail(s) te bevatten waarop de
klacht is gebaseerd.
6.4 Er wordt van uitgegaan dat zowel de adverteerder als de verspreider
partij in de procedure zijn zoals bedoeld in artikel 7.1.
37
6.5 De Reclame Code Commissie c.q. het College van Beroep kan bij een
toewijzing van een klacht aangeven of de overtreding van de Code te
wijten is aan de adverteerder en/of de verspreider.
7 Evaluatie en inwerkingtreding
7.1 Gezien de snelle ontwikkelingen dient deze Code jaarlijks geëvalueerd
te worden door partijen die deze Code hebben ingebracht en de
Stichting Reclame Code.
7.2 Deze Code is in werking getreden op 15 juni 2004.
38
RECLAMECODE VOOR TELEFONISCHE
INFORMATIEDIENSTEN (RTI)
1. Defi nities
In deze Code wordt verstaan onder:
Informatiediensten: Diensten die via een informatienummer toegankelijk zijn.
Informatienummer: Een numeriek of alfanumeriek nummer met een
dienstcode uit de nummerreeksen 0800, 0900, 0906 of 0909 conform
artikel 3c van het Nummerplan voor telefoon- en ISDN-diensten op basis van
artikel 4.1 van de Telecommunicatiewet.
Nummerplan: Het Nummerplan voor telefoon- en ISDN-diensten zoals dit op
basis van artikel 4.1 van de Telecommunicatiewet wordt vastgesteld door
de minister van Verkeer en Waterstaat en wordt gepubliceerd in de
Staatscourant.
Dienstcode: De eerste vier cijfers van het informatienummer, waarmee
volgens het Nummerplan een categorie van informatiediensten wordt bepaald.
Betaalnummer: Een informatienummer waarbij een verkeerstarief en,
in voorkomende gevallen, het tarief van de informatiedienst bij de nummeroproeper
in rekening wordt gebracht.
Gratis nummer: Een informatienummer waarbij geen tarief, d.w.z. noch een
verkeerstarief, noch een tarief voor de informatiedienst bij de nummeroproeper
in rekening wordt gebracht.
Verkeerstarief: Het tarief dat aan de nummeroproeper voor het transport van
de informatiedienst in rekening wordt gebracht.
Nummeroproeper: Degene die zich via het kiezen van een informatienummer
toegang verschaft of wenst te verschaffen tot een informatiedienst.
Nummergebruiker: Degene die een informatiedienst aanbiedt via een
informatienummer.
Nummerhouder: Degene aan wie het college genoemd in artikel 2 van
de Wet Onafhankelijke Post- en Telecommunicatieautoriteit (OPTA) een
informatienummer heeft toegekend.
39
2. Doel en Reikwijdte
Deze code is bedoeld om de herkenbaarheid en de betrouwbaarheid van
reclame waarin telefonische informatiediensten zijn opgenomen te
bevorderen.
3. Afbakening van 0800-informatiediensten
Het is in een reclame-uiting niet toegestaan om voor het aanbieden van
informatiediensten via de 0800-dienstcode een tarief op te nemen
c.q. in rekening te brengen.
4. Afbakening van 0900-informatiediensten
Het is in een reclame-uiting niet toegestaan om informatiediensten via de
0900-dienstcode aan te bieden, indien deze kunnen worden beschouwd als:
a. informatiediensten van erotische of pornografi sche aard;
b. informatiediensten die direct of indirect naar diensten van erotische
of pornografi sche aard verwijzen;
c. informatiediensten waarvan het doel kennelijk is om de duur van het
gesprek te verlengen;
d. informatiediensten met een amusementskarakter;
e. informatiediensten waarvoor geen tarief, dat wil zeggen noch een
verkeerstarief, noch een tarief voor de informatiedienst in rekening wordt
gebracht.
5. Afbakening van 0909-informatiediensten
Het is in een reclame-uiting niet toegestaan om informatiediensten via de
0909-dienstcode aan te bieden, indien deze kunnen worden beschouwd als:
a. informatiediensten van erotische of pornografi sche aard;
b. informatiediensten die direct of indirect naar diensten van erotische of
pornografi sche aard verwijzen;
c. informatiediensten waarvan het hoofddoel niet is om maatschappelijk
relevante informatie te verstrekken of uit te wisselen, maar om de duur
van het gesprek te verlengen;
d. informatiediensten waarvoor geen tarief, dat wil zeggen noch een
verkeerstarief, noch een tarief voor de informatiedienst in rekening wordt
gebracht.
6. Afbakening van 0906-informatiediensten
Met inachtneming van de overige artikelen van deze code, mogen in een
reclame-uiting onder de 0906-dienstcode informatiediensten worden
aangeboden voor zover hiervoor betaalnummers worden gehanteerd.
40
7. Regels van toepassing op alle informatiediensten
7.1. In een reclame-uiting dient de vermelding van het informatienummer op
duidelijke en éénduidige wijze plaats te vinden.
a. Bij een visuele uiting (inclusief TV) is van éénduidige vermelding
sprake wanneer in de weergave de dienstcode wordt gevolgd door
een scheidingsteken en het overige deel van het informatienummer
waaronder een dienst wordt aangeboden.
b. Het bepaalde onder a. geldt niet indien naast een zelf gekozen
vermelding in ieder geval in dezelfde uiting op duidelijke wijze de
dienstcode wordt vermeld, gevolgd door een koppelteken en het woord
’nummer’.
c. Bij uitsluitend auditieve uitingen is van éénduidige vermelding sprake
wanneer tussen de dienstcode en het overige deel van het informatienummer
waaronder een dienst wordt aangeboden, een duidelijke
onderbreking wordt aangebracht.
Toelichting op artikelen 7.1 b en 7.1 c
De herkenbaarheid van een informatiedienst loopt gevaar wanneer de
dienstcode in de reclame-uiting niet ondubbelzinnig tot uitdrukking komt.
De afwijking in b is bedoeld voor nummergebruikers opdat een afwijkende
schrijfwijze de onthoudbaarheid van het nummer ten goede komt.
De afbreuk die daarmee aan de herkenbaarheid van de dienst wordt gedaan,
wordt gecompenseerd door een aparte vermelding.
Bijvoorbeeld: ’ 09 06 59 56 (0906-nummer)’. Wanneer de uiting ten gehore
wordt gebracht, zoals op de radio of via de telefoon, dienen ingevolge c
de dienstcodes steeds te worden gecommuniceerd als één woord, dus
’nulachthonderd’ of ’nulachtnulnul’, ’nulnegenhonderd’ of ’nulnegennulnul’,
’nulnegennulzes’ of ’nulnegennulnegen’ waarna het overige deel van het
informatienummer pas na een korte onderbreking mag worden uitgesproken.
7.2. Dit artikel maakt met ingang van 1 januari 2006 deel uit van de Kinderen
jeugdreclamecode.
7.3. Een nummerhouder verstrekt op verzoek van iedereen die dat vraagt
naam, adres en woonplaats van een nummergebruiker, waarvoor desgewenst
door de nummerhouder aan de verzoeker een redelijke vergoeding in rekening
kan worden gebracht.
7.4. Indien in een reclame-uiting via een informatienummer verschillende
informatiediensten worden aangeboden, gelden voor al deze informatiediensten
de bepalingen van de dienstcode van dat informatienummer.
41
8. Regels van toepassing op betaalnummers
8.1. In iedere reclame-uiting en voorafgaande aan de aanvang van een
informatiedienst via betaalnummers moet het tarief, dat per minuut of per
oproep in rekening wordt gebracht voor de informatiedienst en het transport
hiervan (verkeerstarief) indien dit verkeerstarief niet in het tarief voor de
informatiedienst is meegenomen, worden vermeld.
8.2. De tariefvermelding is gratis en moet ondubbelzinnig en duidelijk
leesbaar of verstaanbaar zijn.
8.3. Begrippen als gratis of kosteloos of woorden van gelijke strekking,
mogen niet worden gebruikt in een reclame-uiting met betrekking tot het
betaalnummer.
8.4. De informatiedienst moet overeenstemmen met hetgeen in de reclameuiting
wordt toegezegd.
Toelichting op artikel 8.1
Voor de nummeroproeper dient duidelijk te zijn welk tarief of welke tarieven
voor het gebruik van informatiediensten zijn verschuldigd. Die duidelijkheid
kan worden verschaft door het noemen van één totaaltarief per minuut of
per oproep waarin het verkeerstarief is verdisconteerd (bijvoorbeeld: dit
informatienummer kost 1 euro per minuut).
Een andere mogelijkheid is om het tarief voor de informatiedienst per minuut
of per oproep te noemen met een afzonderlijke verwijzing naar (een deel
van) het verkeerstarief (bijvoorbeeld: ”plus de kosten van het gebruik van
uw mobiele telefoon”). Niet is toegestaan het noemen van een tarief voor
de informatiedienst zonder dat wordt vermeld dat daarnaast nog geheel of
gedeeltelijk een verkeerstarief in rekening wordt gebracht, terwijl dat in de
praktijk wel gebeurt.
9. Inwerkingtreding
Deze code is in werking getreden op 1 januari 2004.
42
RECLAMECODE VOOR KANSSPELEN
DIE WORDEN AANGEBODEN DOOR
VERGUNNINGHOUDERS INGEVOLGE DE
WET OP DE KANSSPELEN (RVK)
ALGEMENE BEPALING
Reclame voor kansspelen die worden aangeboden door vergunninghouders
ingevolge de Wet op de kansspelen is, onverminderd hetgeen verder in het
algemene gedeelte van de Reclame Code is bepaald, onderworpen aan de
volgende Bijzondere Reclame Code. Deze code is onverkort van toepassing
op reclame voor kansspelen georganiseerd door of in opdracht van
benefi cianten.
Toelichting
Ondertekenaars van de Reclamecode voor Kansspelen zijn de landelijke
vergunninghouders van kansspelen en de particuliere aanbieders van
speelautomaten in Nederland (verenigd in de VAN).
De Reclamecode voor Kansspelen is van toepassing op iedere vorm van
openbare aanprijzing, ten doel en/of ten gevolge hebbende:
_ het vergroten van de (naams)bekendheid van kansspelaanbieders;
_ de bevordering van deelname aan kansspelen als bedoeld in de Wet op de
kansspelen en het Speelautomatenbesluit.
I. BEGRIPSBEPALINGEN
Deze Code verstaat onder:
Benefi ciant: (mede)begunstigde van de opbrengst van een kansspel.
Kansspel: een gelegenheid om mee te dingen naar prijzen en premies waarbij
de aanwijzing van de winnaars geschiedt door enige kansbepaling waarop de
deelnemers in het algemeen geen overwegende invloed kunnen uitoefenen.
Kansspelaanbieder: een organisatie die beschikt over een in de Wet op de
kansspelen bedoelde vergunning.
Minderjarigen: personen die de leeftijd van 18 jaren nog niet hebben bereikt.
43
II. INHOUD VAN RECLAME
Artikel II.1.
Reclame voor kansspelen mag alleen gericht zijn op een verantwoorde deelname
aan en het wekken van interesse voor het aangeboden kansspel;
Reclame voor kansspelen mag niet aansporen tot onmatige deelname, noch mag
onmatige deelname tot voorbeeld worden gesteld of worden gebagatelliseerd.
Artikel II.2.
Reclame voor kansspelen mag niet de indruk wekken dat de deelname aan
kansspelen niet tot ongewenste gevolgen kan leiden.
Artikel II.3.
Reclame voor kansspelen mag niet misleidend zijn, met name niet met
betrekking tot
_ de eigenschappen van of kansen op het winnen van een prijs bij de
aangeboden kansspelen;
_ de door de deelnemer eventueel aan te gane verbintenis.
Artikel II.4.
Reclame voor kansspelen mag niet appelleren aan winstbejag door de
mogelijkheid veel geld te winnen voor te stellen als oplossing voor fi nanciële
of sociale problemen;
Artikel II.5.
In reclame voor kansspelen mag niet de suggestie worden gewekt dat
prijswinnaars verplicht zijn tot het verlenen van medewerking aan werving,
reclame en radio- en/of televisieopnamen.
Toelichting
Prijswinnaars zijn niet verplicht medewerking te verlenen aan reclame.
Prijswinnaars kan worden gevraagd medewerking te verlenen aan werving,
reclame en radio- en/of televisieopnamen. Verleende toestemming wordt
schriftelijk in een overeenkomst vastgelegd en is tot een in de overeenkomst
aangegeven moment herroepbaar.
Artikel II.6.
Reclame voor kansspelen gericht aan deelnemers die toestemming hebben
gegeven voor girale of bancaire incasso, mag geen aanbod betreffende
uitbreiding van het aantal trekkingen in combinatie met een inlegverhoging
bevatten dat zij geacht worden stilzwijgend te accepteren, tenzij zij te kennen
geven van het aanbod geen gebruik te willen maken.
Toelichting
Indien bij een kansspel, waarvoor een automatische incasso is afgegeven,
een inlegverhoging wordt doorgevoerd ten gevolge van het feit dat het aantal
44
trekkingen wordt uitgebreid, wordt een zgn. opt-in systeem toegepast.
Deze inlegverhoging mag dus alleen bij bestaande abonneespelers worden
geïncasseerd als ze vooraf expliciet toestemming hiervoor hebben gegeven.
Artikel II.7.
Onverminderd wat hierover in de Nederlandse Reclame Code is vermeld dient
in reclame voor kansspelen duidelijk te worden vermeld waar informatie kan
worden verkregen en kan worden nagezien ten aanzien van:
• verantwoorde deelname aan kansspelen en over mogelijkheden voor
hulpverlening met betrekking tot kansspelverslaving;
• waarborgen van de anonimiteit van prijswinnaars, indien zij daarom
verzoeken;
• de wijze waarop winnaars van grote prijzen zich van onafhankelijk advies
over fi nanciële en juridische aangelegenheden kunnen voorzien;
• het spelverloop, de winkansen, de winstbepaling, de eventuele inhouding
van kansspelbelasting en de wijze waarop deelname aan het kansspel kan
worden beëindigd;
• de tenminste een maand van tevoren te verwachten berichtgeving
aan deelnemers die toestemming hebben gegeven voor girale of
bancaire incasso, inzake prijsverhogingen of andere wijzigingen in de
spelvoorwaarden;
• hoe deelnemers aan kansspelen die toestemming hebben gegeven voor
girale of bancaire incasso duidelijke en zichtbare informatie krijgen, over
hoe te handelen indien zij niet akkoord wensen te gaan met een uitbreiding
van het aantal trekkingen;
• de omvang en de bestemming van de opbrengsten van de kansspelen.
Dit punt is niet van toepassing op exploitanten van kansspelautomaten.
Toelichting
Kansspelaanbieders kunnen volstaan met een verwijzing in hun reclameuitingen
naar de eigen website, waarop de in dit artikel bedoelde informatie
te vinden is.
Particuliere exploitanten van kansspelautomaten, die voor eigen rekening
werken, zijn vrijgesteld van de verplichting om de omvang en bestemming van
de opbrengsten te verantwoorden tegenover de consument.
45
III. KWETSBARE GROEPEN
Artikel III.1.
Er zal geen reclame voor kansspelen worden gemaakt specifi ek gericht op
minderjarigen, op personen waarvoor een geregistreerd entreeverbod
c.q. deelnameverbod geldt of op andere kwetsbare groepen.
Artikel III.2.
In reclame voor kansspelen mogen in principe geen personen die jonger zijn of
lijken dan 18 jaar worden afgebeeld.
Toelichting
Minderjarigen mogen wettelijk niet deelnemen aan kansspelen en moeten
daarom niet in reclame voor kansspelen worden afgebeeld. Wat niet altijd is
te voorkomen, is dat bij spontane opnamen van prijswinnaars ook minderjarigen
uit hun omgeving in beeld komen. Voor diverse kleinere loterijen zoals
die van Scouting Nederland, Jantje Beton en de Grote Clubactie worden door
minderjarigen loten verkocht voor hun organisatie, school, club of vereniging.
Deze minderjarigen mogen in beeld worden gebracht. De wijze waarop deze
minderjarigen in beeld worden gebracht mag evenwel nooit aanzetten tot
deelname aan het kansspel door minderjarigen zelf.
Artikel III.3.
Er zullen geen commercials voor kansspelen worden uitgezonden op televisie
tot 19.00 uur.
Toelichting
Kansspelaanbieders zullen in hun inkoopcontracten van tv-commercials de
zendtijd vóór 19.00 uur uitsluiten.
Artikel III.4.
Er zal geen reclame voor kansspelen worden gemaakt door middel van en
rondom specifi ek op minderjarigen gerichte media, dan wel delen van deze
media (inserts, bijlagen, speciale radio - en tv-programma’s, bioscoopfi lms
etc.);
Artikel III.5.
Reclame voor kansspelen is niet toegestaan op billboards, swanks, abri’s en
mupi’s die zijn geplaatst in het zicht van opleidingsinstituten die in hoofdzaak
door minderjarigen worden bezocht.
Toelichting
Kansspelaanbieders zullen in hun contracten met exploitanten van
buitenreclame dergelijke locaties uitsluiten. Is deze reclame geplaatst nabij
een terrein waarop incidenteel een evenement plaatsvindt voor minderjarigen,
dan hoeft de reclame niet te worden verwijderd.
46
Artikel III.6.
Reclame voor kansspelen verspreid door middel van directe reclame
(mailings, digitale en andere nieuwsbrieven etc.) mag niet worden gericht
aan minderjarigen of personen waarvoor een geregistreerd entreeverbod c.q.
deelnameverbod geldt;
Artikel III.7.
Er zal geen sampling plaatsvinden aan minderjarigen of op bijeenkomsten die
hoofdzakelijk of uitsluitend door minderjarigen worden bezocht.
IV. SPONSORING
Artikel IV.1
Sponsoractiviteiten door kansspelaanbieders zijn toegestaan met inachtneming
van hetgeen in deze code is bepaald.
Artikel IV.2
Het is kansspelaanbieders verboden activiteiten van derden of radio- en/of
televisieprogramma’s te sponsoren die zich grotendeels of expliciet richten
op minderjarigen, tenzij de sponsoring uitsluitend is gericht op het motiveren
van minderjarigen opdat zij zich in het belang van hun organisatie, school,
club of vereniging inzetten voor de werving van volwassen deelnemers aan
kansspelen.
V. INWERKINGTREDING
Artikel V.1
Deze Code is in werking getreden op 15 februari 2006 en zal na twee jaar
worden geëvalueerd en zonodig worden bijgesteld.
Door de inwerkingtreding van deze Code vervalt de Reclamecode
Casinospelen en Kansspelautomaten (RCK).
47
MILIEU RECLAME CODE (MRC)
Artikel 1. Toepasselijkheid
Deze Milieu Reclame Code is van toepassing op alle milieuclaims, dat wil
zeggen op alle reclame-uitingen waarin im- of expliciet wordt gerefereerd
aan milieuaspecten verbonden aan de productie, distributie, consumptie of
afvalverwerking van goederen of diensten (tezamen te noemen : producten).
Toelichting bij artikel 1
De toepasselijkheid van de Milieu Reclame Code is ruim geformuleerd.
Onder reclame wordt verstaan: iedere openbare aanprijzing van goederen,
diensten, of denkbeelden (tezamen: producten). Onder reclame wordt mede
verstaan het vragen van diensten. (zie artikel 1 Algemene Code).
De Reclame Code Commissie legt ”iedere openbare aanprijzing” ruim uit.
Zo geldt de Milieu Reclame Code niet alleen voor print- en etherreclame, maar
ook voor alle andere vormen van openbare aanprijzing, zoals verpakkingen en
etiketten, buitenreclame, bioscoopreclame, reclame via elektronische media,
etc. De Code is van toepassing op de gehele levenscyclus van alle goederen
en diensten, derhalve van productie (inclusief grondstofverwerking) tot en
met afvalverwerking. Over de grensgebieden van de toepasselijkheid zullen
de Reclame Code Commissie en het College van Beroep oordelen.
Hierbij dient men zich te realiseren dat iedere reclame-uiting wordt getoetst
aan de Algemene Code ook indien deze niet wordt bestempeld tot milieuclaim,
en de Milieu Reclame Code dus niet van toepassing is.
Artikel 2. Geen misleiding
Milieuclaims mogen geen mededelingen, afbeeldingen of suggesties bevatten
waardoor de consument misleid kan worden over milieuaspecten van de
aangeprezen producten, of over de bijdrage van de adverteerder aan het
handhaven en bevorderen van een schoon en veilig leefmilieu in het algemeen.
Toelichting bij artikel 2
Ook artikel 2 is ruim geformuleerd. Misleiding kan niet alleen ontstaan door
feitelijke mededelingen, maar ook door afbeeldingen of suggesties, of juist
door het ontbreken van informatie of waarschuwingen.
Het gaat uiteindelijk om de totale indruk die de reclame-uiting wekt. In de
praktijk blijkt tot nu toe dat de misleiding vaak daaruit bestaat, dat een
kleine vooruitgang te nadrukkelijk wordt gepresenteerd als een doorbraak.
Marginale verbeteringen moeten als zodanig worden gepresenteerd.
Zie ook de artikelen 4 en 5. Het misleidingsartikel geldt altijd, ongeacht de
vraag of de milieuclaims strijdig zijn met één of meer van de andere artikelen.
Toetsing aan de andere artikelen zal altijd plaatsvinden naast toetsing aan
artikel 2. Milieuclaims mogen immers niet misleiden.
Artikel 3. Aantoonbaarheid
Alle milieuclaims dienen aantoonbaar juist te zijn. De bewijslast rust op de
48
adverteerder. Naarmate de milieuclaims absoluter zijn geformuleerd, worden
zwaardere eisen gesteld aan het bewijsmateriaal.
Toelichting bij artikel 3
De vrijheid van communicatie brengt voor burgers en bedrijfsleven de verplichting
mee om in geval van klachten achteraf verantwoording af te leggen
en zonodig aan te tonen dat een gecommuniceerde boodschap juist is.
De bewijslast berust dus bij de adverteerders. Hoe absoluter de milieuclaims,
des te zwaardere eisen worden gesteld aan het bewijsmateriaal. wwAbsolute
claims zullen dus zeer zwaar bewijsmateriaal vereisen. Bij de huidige stand
van de techniek is het moeilijk voorstelbaar dat van veel producten kan
worden bewezen dat zij absoluut milieuonschadelijk zijn. Daarom is grote
terughoudendheid met betrekking tot absolute claims op zijn plaats.
Hierbij dient men zich te realiseren dat woorden als: ”milieuvriendelijk”,
”schoon”, ”groen”, ”goed voor het milieu”, die zonder nadere nuancering
worden gebruikt, door het publiek snel als absolute claims worden begrepen.
Er is echter niet gekozen voor een verbod van absolute claims want de
adverteerder die kan aantonen dat zijn absolute claim juist is, moet deze
claim mogen gebruiken.
Tevens wordt erop gewezen dat de Milieu Reclame Code ook van toepassing
is op reclame-uitingen waarin wordt gewaarschuwd voor milieuaspecten
van bepaalde goederen of diensten. Ook voor dergelijke reclame-uitingen in
absolute vorm is zwaar bewijsmateriaal vereist.
Artikel 4. Bestanddelen en aspecten
Indien milieuclaims uitsluitend of vrijwel uitsluitend betrekking hebben op
bepaalde bestanddelen of aspecten van de aangeprezen producten, moet dit
duidelijk tot uitdrukking komen.
Artikel 5. Afwezigheid of vermindering bestanddelen
Een milieuclaim die betrekking heeft op de afwezigheid of vermindering van
milieuschadelijke bestanddelen is slechts toegestaan indien
- de eventuele vervangende bestanddelen minder milieuschadelijk zijn, en
- niet ten onrechte wordt gesteld of gesuggereerd dat vergelijkbare
producten de afwezige of verminderde milieuschadelijke bestanddelen wel
bevatten.
Artikel 6. Vergelijkingen
Dit artikel is komen te vervallen met ingang van 1 oktober 2000.
Artikel 7. Aanduidingen en symbolen
Milieuaanduidingen en milieusymbolen mogen niet worden gebruikt, tenzij de
herkomst van de aanduiding of het symbool duidelijk is en verwarring is
uitgesloten over de betekenis van de aanduiding of het symbool.
Toelichting bij artikel 7
De discussie over milieukeurmerken, aanduidingen en symbolen is in volle
49
gang. Keurmerken afgegeven door gerenommeerde instanties (bijvoorbeeld
die voldoen aan de eisen van de Raad voor de Certifi catie) kunnen belangrijk
bewijsmateriaal zijn bij het aantonen van de juistheid van de milieuclaim.
In dit artikel wordt de mogelijkheid opengelaten dat ondernemers
(-organisaties) zelf milieusymbolen en dergelijk invoeren en hanteren.
Maar de symbolen moeten dan wel voldoen aan twee criteria: de herkomst
moet duidelijk zijn en verwarring over de betekenis moet zijn uitgesloten.
Duidelijkheid over de herkomst kan worden gecreëerd door deze te vermelden
in de reclame-uiting of doordat het symbool van algemene bekendheid is
geworden. De betekenis van het symbool zal moeten blijken uit de reclameuiting
zelf of uit algemeen toegankelijke informatie.
Artikel 8. Wetenschappelijke werken
Citaten uit en verwijzingen naar wetenschappelijke werken dienen
representatief en controleerbaar juist te zijn. Indien de wetenschappelijke
werken niet algemeen toegankelijk zijn, zal de adverteerder deze werken bij
de klachtenbehandeling desgevraagd overleggen.
Artikel 9. Testimonials
Verklaringen in milieuclaims dienen gebaseerd te zijn op de deskundigheid
van de persoon of instelling, van wie de verklaringen afkomstig zijn.
Toelichting bij artikel 9
Beroemde voetballers weten veel over voetbal, en huisvrouwen kunnen prima
beoordelen of margarine bruin bakt. Maar een oordeel van een voetballer of
een huisvrouw over milieu-aspecten van bepaalde producten, is niet gebaseerd
op de deskundigheid die vereist is om daarover te kunnen oordelen.
Dergelijke citaten zijn dus snel misleidend en moeten worden vermeden.
De geciteerde spreker dient deskundig te zijn op het terrein waarover hij
oordeelt.
Artikel 10. Afvalverwerking, inzameling en hergebruik
Milieuclaims die betrekking hebben op (gescheiden) afvalinzameling en/of
afvalverwerking zijn slechts toegestaan, indien de aangeprezen methode van
inzameling of verwerking in voldoende mate beschikbaar is voor de doelgroep
waarop de milieuclaim zich richt. Milieuclaims die betrekking hebben
op het hergebruik van producten, of onderdelen daarvan, zijn slechts
toegestaan, indien dit hergebruik in voldoende mate wordt gerealiseerd bij de
aangeprezen producten of onderdelen.
Toelichting bij artikel 10
In de huidige samenleving kan zich het probleem voordoen dat (gescheiden)
afvalinzameling en/of afvalverwerking en/of hergebruik theoretisch mogelijk
maar praktisch (nog) onvoldoende beschikbaar zijn.
De overheid heeft in dezen een belangrijke taak, maar ook het bedrijfsleven
kent zijn verantwoordelijkheden. In een aantal sectoren is overleg gaande
met overheden over de afvalproblematiek en/of zijn reeds regelingen
50
respectievelijk convenanten tot stand gekomen.
Deze bevatten veelal een in de tijd gefaseerde aanpak. Zo’n aanpak en de
realisatie daarvan zijn belangrijke criteria bij de beantwoording van de vraag
of faciliteiten ”in voldoende mate” beschikbaar zijn.
Als steeds speelt hierbij een belangrijke rol hoe absoluut de mogelijkheden
van afvalverwerking, gescheiden inzameling en hergebruik worden
gepresenteerd.
Artikel 11. Milieu-onvriendelijk gedrag
In de reclame-uitingen mag vermijdbaar milieu-onvriendelijk gedrag niet ten
voorbeeld worden gesteld, noch mag zulk gedrag worden gestimuleerd.
Toelichting bij artikel 11
De Code beoogt een verantwoord gebruik van milieuclaims mogelijk te
maken en te stimuleren. Een logische pendant hiervan is dat de adverteerder
zich in de reclame-uiting onthoudt van het stimuleren of ten voorbeeld
stellen van gedrag waardoor het milieu wordt geschaad zonder dat daartoe
enige noodzaak aanwezig is. Bijvoorbeeld het tonen van beelden waarbij
milieuschadelijk afval wordt weggegooid in de vrije natuur.
Het gaat er niet om reclame te verbieden voor producten die het milieu in
meer of mindere mate belasten, want dat geldt immers voor vrijwel alle
producten. Noch gaat het er om het feitelijk vermelden van productinformatie
onmogelijk te maken.
Artikel 12. Overheidsregels
Ongeacht het in 1 tot en met 11 bepaalde zijn milieuclaims toelaatbaar,
indien zij voldoen aan specifi eke regels met betrekking tot reclame,
uitgevaardigd door overheden in verband met de milieuproblematiek.
Toelichting bij artikel 12
Dit artikel beoogt cumulatie van regels te voorkomen. Als de overheid
specifi eke regels over milieureclame heeft uitgevaardigd, treedt de Code op
dit punt terug.
Deze Code is in werking getreden op 1 januari 1991 en aangepast op
1 oktober 2000.
51
CODE VOOR PERSONENAUTO’S (CVP)
I. UITGANGSPUNT
Het doel van deze Bijzondere Reclame Code is de reclame-uitingen af te
stemmen op het overheidsbeleid inzake verkeersveiligheid, milieu en energiebesparing.
Het beleid van de branche is er niet alleen op gericht auto’s op de
markt te brengen die zo veilig, schoon en zuinig mogelijk zijn, maar evenzeer
om een zo veilig, schoon en zuinig mogelijk gebruik te bevorderen.
II. ALGEMENE BEPALINGEN
Toepassingsgebied
De Code voor Personenauto’s is van toepassing op reclame-uitingen en
overige verkoopbevorderende activiteiten voor nieuwe personenauto’s.
Deze Code verstaat onder:
a. de branche: de leden van de afdeling Auto’s van de RAI Vereniging.
b. personenauto’s: auto’s voor het vervoer van maximaal 8 personen
(de bestuurder daar onder niet begrepen) als bedoeld in de
Wegenverkeerswet en voorzien van inwendige verbrandingsmotor.
c. uitingen: zie de defi nitie van reclame, zoals opgenomen in artikel 1 van de
Algemene Code.
III. BEPALINGEN INZAKE RECLAMEUITINGEN
Alle reclame-uitingen van de branche dienen in overeenstemming te zijn met
de Milieu Reclame Code.
Daarenboven gelden de volgende bepalingen:
Artikel 1
In reclame-uitingen mogen snelheid, acceleratie en motorvermogen niet als
verkoopbevorderend argument worden gebruikt. Indien het motorvermogen
wordt vermeld, dient dit in ieder geval in kilowatts (kW) te gebeuren.
Artikel 2
Het brandstofverbruik mag uitsluitend worden vermeld in overeenstemming
met het bepaalde in het Besluit Etikettering energiegebruik (Staatsblad
2000-475).
52
Artikel 3
Reclame mag niet appelleren aan of oproepen tot agressief, milieuonvriendelijk
of verkeersonveilig gedrag. In reclame-uitingen dient het gebruik
van termen waarmee de auto wordt aangeprezen als een milieuvriendelijk
product te worden vermeden. Kwalifi caties die betrekking hebben op het
bijdragen aan of bevorderen van een schoon milieu dienen nooit in hun
absolute betekenis te worden gebruikt.
Artikel 4
In reclame-uitingen dient het gebruik van termen waarmee de auto wordt
aangeprezen als een absoluut veilig product te worden vermeden.
Deze code is in werking getreden op 1 mei 1994 en aangepast op
1 januari 2004.
53
RECLAMECODE VOOR
TABAKSPRODUCTEN (RVT)
BEGRIPSBEPALINGEN
1.1 Tabaksproducten: producten die voor roken, snuiven, zuigen of pruimen
bestemd zijn en die, al is het slechts ten dele, uit tabak bestaan.
1.2 Jeugd, dan wel jongeren: personen die de leeftijd van 18 jaar nog niet
hebben bereikt.
1.3 Inventaris: verkoopschappen voor tabaksproducten, inclusief toonbanken
en koven in tabaksspeciaalzaken en afgescheiden tabaksverkooppunten.
1.4 Sponsoring: elke openbare of particuliere economische bijdrage aan een
activiteit of evenement, die het bekendheid geven aan of het aanprijzen van
een tabaksproduct tot doel dan wel tot gevolg heeft;
1.5 Tabaksverkooppunt: iedere plaats waar tabaksproducten aanwezig zijn
voor het bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken;
1.6 Tabaksspeciaalzaak: een inrichting, zijnde een winkel of een onderdeel
daarvan, met een afsluitbare eigen toegang, waarin een totaal assortiment
aan tabaksproducten van ten minste 90 merkenversies aanwezig is voor het
bedrijfsmatig of anders dan om niet verstrekken en:
• met een verkoopvloeroppervlakte van minimaal 10 m², of,
• met een verkoopvloeroppervlakte van minder dan 10 m², die reeds voor
1 januari 2001 als tabakszaak stond ingeschreven bij de Kamer van
Koophandel.
TOEPASSINGSGEBIED
2. De code is van toepassing op reclame en sponsoring voor zover volgens de
Tabakswet d.d. 18 april 2002 toegestaan en voor zover uitsluitend of mede
gericht op de consument.
ALGEMENE BEPALINGEN
3. Reclame mag geen verklaring bevatten van een algemeen bekend persoon,
tenzij de bekendheid van deze persoon te maken heeft met tabak.
54
4.1. Reclame dient voorzien te zijn van de gezondheidswaarschuwing ’Roken
is dodelijk.’, zoals aangegeven in het Aanduidingenbesluit tabaksproducten,
Stb. 2002., nr. 83.
4.2.1. Deze gezondheidswaarschuwing wordt aangebracht overeenkomstig
de voorschriften voor de wettelijk verplichte gezondheidswaarschuwingen
op de verpakking van tabaksproducten. De tekst van voornoemde gezondheidswaarschuwing
beslaat 15% van het totale oppervlak van de reclame.
4.2.2. Het in de leden 4.1 en 4.2.1. bepaalde geldt niet voor reclameuitingen
aangebracht op de inventaris van tabaksverkooppunten.
5.1. Reclame mag het gebruik van tabaksproducten of het beginnen met dit
gebruik niet stimuleren, noch het matig gebruik ervan tot voorbeeld stellen of
bagatelliseren.
5.2. Reclame mag niet de indruk wekken dat het gebruik van tabaksproducten
een opwekkende of kalmerende werking heeft.
GEZONDHEID
6.1. Reclame mag op geen enkele wijze een positief verband leggen met
gezondheid. Wel mag - zonder verwarring te wekken en zonder de indruk te
wekken dat het gebruik van tabaksproducten niet tot ongewenste gevolgen
kan leiden - worden vermeld:
a. het teer-, nicotine- en koolmonoxidegehalte, zoals deze op grond van de
wet moeten worden vermeld op de verpakkingen van sigaretten en shag;
b. de bij de fabrikant gebruikelijke aanduidingen voor het teer-, nicotine- en
koolmonoxidegehalte, mits daarbij dit gehalte is vermeld en voor zover de
afgebeelde verpakkingen niet in strijd zijn met wettelijke bepalingen voor
tabaksproducten zelve;
c. de bij de fabrikant gebruikelijke aanduidingen voor smaak, kwaliteit of
samenstelling voor zover de afgebeelde verpakkingen niet in strijd zijn met
wettelijke bepalingen voor tabaksproducten zelve.
SPORT
7. Reclame mag op geen enkele wijze een verband leggen tussen roken en
het beoefenen van sport.
55
JEUGD
8.1. Reclame mag niet gericht zijn op beïnvloeding van de jeugd ten gunste
van het aangeprezen product.
8.2. Reclame mag geen voorstellingen of aanprijzingen bevatten die in het
bijzonder op de jeugd zijn gericht.
8.3. Reclame mag geen personen beneden de leeftijd van 30 jaar afbeelden.
8.4. Reclame mag op geen enkele wijze een verband leggen tussen het
gebruik van tabaksproducten en (on)volwassenheid, in die zin dat het gebruik
van tabaksproducten een teken van volwassenheid is en het niet gebruiken
een teken van onvolwassenheid.
BEELD- EN GELUIDSDRAGERS
9. Het is niet toegestaan reclame te maken via elektronische beeld- of
geluidsdragers die in het bijzonder op jongeren zijn gericht.
INWERKINGTREDING EN
OVERGANGSTERMIJN
10. Deze code is in werking getreden op 7 november 2002 en is voor
onbepaalde tijd geldig.
56
CODE TELEMARKETING (CTM)
Code voor telefoongesprekken tussen telemarketeer en consumenten
Artikel 1
In deze code wordt verstaan onder:
telemarketing:
het planmatig en systematisch gebruik maken van het telefoongesprek om
ongevraagd aan consumenten goederen, diensten of denkbeelden aan te
prijzen; hieronder wordt mede verstaan het vragen van diensten.
telemarketingbureau:
de organisatie/het organisatieonderdeel die/dat zich (onder andere)
bezighoudt met telemarketing.
telemarketeer:
de persoon die zich in uitvoerende zin met telemarketing bezighoudt.
adverteerder:
een bedrijf, instelling of (non-profi t-) organisatie dat/die hetzij in eigen beheer
hetzij via een telemarketingbureau door middel van telemarketing reclame
maakt.
consument:
een natuurlijke persoon die niet handelt in de uitoefening van beroep of
bedrijf.
telemarketinggesprek: het gesprek waarin telemarketing wordt toegepast.
Infofi lter:
het bestand van de Stichting Infofi lter waarin consumenten die geen
prijs stellen op telemarketinggesprekken hun gegevens kunnen laten opnemen.
actualiseren:
het vergelijken van het bestand van het telemarketingbureau dan wel van de
adverteerder met het Infofi lter opdat consumenten, niet zijnde bestaande
relaties van de adverteerder, waarvan in het Infofi lter is opgenomen dat zij
niet telefonisch benaderd willen worden geen telemarketinggesprekken
ontvangen.
Artikel 2
Deze code is van toepassing op telemarketing waarbij consumenten worden
benaderd die hun vaste woon- of verblijfplaats in Nederland hebben.
57
Artikel 3
lid 1
Telemarketing dient in overeenstemming te zijn met de wet, in het bijzonder
de Wet bescherming persoonsgegevens, de Telecommunicatiewet en de
wetsartikelen m.b.t. overeenkomsten op afstand en met de van toepassing
zijnde bepalingen van zelfregulering.
lid 2
Telemarketingbureaus zullen adverteerders wijzen op de inhoud van deze
code, op de belangrijkste van toepassing zijnde regelgeving en op de
mogelijke gevolgen van overtreding van deze bepalingen.
lid 3
Het bepaalde in deze code prevaleert boven de algemene voorwaarden van
de adverteerder en/of telemarketingbureau.
Artikel 4
lid 1
Telemarketinggesprekken zijn toegestaan tenzij de consument, niet zijnde
een bestaande relatie van de adverteerder, via het Infofi lter of rechtstreeks
aan de adverteerder heeft aangegeven hierop geen prijs te stellen.
lid 2
Het gebruik van automatische oproepsystemen zonder menselijke
tussenkomst ten behoeve van telemarketing is niet toegestaan.
lid 3
Het is de telemarketeer niet toegestaan om een telefoonbeantwoordapparaat
of voicemailsysteem van de consument in te spreken.
Artikel 5
lid 1
Bij aanvang van elk telemarketinggesprek dient de telemarketeer, na het
commerciële oogmerk van het gesprek duidelijk gemaakt te hebben, te
vragen of het telemarketinggesprek gelegen komt.
lid 2
Indien het niet uit het commerciële oogmerk blijkt dient, als het gesprek
gelegen komt de telemarketeer aan te geven wie de adverteerder is en wat het
doel van het gesprek is. Vervolgens dient hij aan te geven wat de vermoedelijke
gespreksduur zal zijn, indien de telemarketeer verwacht dat het telemarketinggesprek
langer zal duren dan 5 minuten. Indien het gesprek ongelegen
komt, dient de telemarketeer het gesprek onmiddellijk te beëindigen.
Er mag wel gevraagd worden of het gesprek op een ander tijdstip wél schikt.
58
Artikel 6
Indien de consument te kennen heeft gegeven het gesprek tussentijds te
willen beëindigen, dient de telemarketeer hieraan onmiddellijk gehoor te
geven.
Artikel 7
lid 1
De code dient niet alleen naar de letter, maar ook naar de geest te worden
nageleefd. Bij elk telemarketinggesprek dienen dusdanige maatregelen te
worden getroffen, dat juiste naleving kan worden gegarandeerd en irritatie
waar mogelijk voorkomen kan worden.
lid 2
Onbehoorlijke en misleidende benadering is niet toegestaan.
Onder onbehoorlijke en misleidende benadering wordt onder andere verstaan:
verkoopbenadering onder het voorwendsel van (markt-)onderzoek of enquête.
Suggestieve vraagstelling of het verkondigen van onwaarheden worden hier
ook onder verstaan.
Artikel 8
lid 1
Telemarketinggesprekken mogen uitsluitend worden gevoerd van 09.00 uur
tot 22.00 uur op werkdagen en van 10.00 uur tot 16.00 uur op zaterdagen.
Buiten deze tijden, op zondagen en op offi cieel erkende feestdagen
is telemarketing niet toegestaan, met uitzondering van uitdrukkelijk
terugbelafspraken op initiatief van de consument.
lid 2
Telemarketingbureaus mogen afwijken van het bepaalde in lid 1 van dit artikel
indien het algemeen belang zulks vereist.
lid 3
Indien een consument een klacht indient over het feit dat het bepaalde in
lid 1 van dit artikel is overtreden, dient het telemarketingbureau dan wel de
adverteerder het tegendeel te bewijzen.
Artikel 9
Het is niet toegestaan om aanbiedingen te doen aan consumenten waarvan
de telemarketeer weet, zou kunnen weten of behoort te weten dat deze
minderjarig zijn.
Artikel 10
lid 1
Bij elk telemarketinggesprek dient de consument de mogelijkheid geboden
te worden om verzet aan te tekenen tegen het verdere gebruik van zijn
elektronische contactgegevens door of namens de adverteerder. Indien de
consument in het betreffende telemarketinggesprek aangeeft niet meer door
of namens deze adverteerder gebeld te willen worden dient de adverteerder
en/of het telemarketingbureau hiervoor zorg te dragen.
59
lid 2
Indien een consument aangeeft in het vervolg geheel geen telemarketinggesprekken
meer te willen ontvangen, dient hij te worden gewezen op de
mogelijkheid om zelf zijn gegevens, te weten naam, adres, woonplaats en
telefoonnummer, op te laten nemen in het Infofi lter bestand via
www.infofi lter.nl. (kosteloos), via telefoonnummer 0900-6661000 (25cpm)
of via Stichting Infofi lter, Postbus 906, 1000 AX Amsterdam.
Artikel 11
Het telemarketingbureau c.q. de adverteerder dient er voor te zorgen dat zijn
eigen bestand niet langer dan twee maanden voor een door hemzelf te voeren
telemarketingactie geactualiseerd is.
Indien een lopende telemarketingactie langer dan twee maanden duurt, dient
het telemarketingbureau c.q. de adverteerder zijn eigen bestand ten minste
eenmaal per twee maanden te actualiseren.
Artikel 12
Telemarketeers dienen de inhoud van deze code te kennen. De letterlijke
tekst van deze code dient binnen handbereik te zijn wanneer telemarketinggesprekken
gevoerd worden.
Artikel 13
lid 1
Een ieder die meent in strijd met deze code telefonisch benaderd te zijn, kan
zich hierover schriftelijk beklagen bij de adverteerder of bij het telemarketingbureau.
In dat geval wordt ervan uitgegaan dat zowel de adverteerder als het
telemarketingbureau partij in de procedure zijn als bedoeld in het tweede lid
van dit artikel. De ontvanger van de klacht is gehouden de klacht te onderzoeken
en de klager binnen vier weken te informeren omtrent de uitkomst van
dit onderzoek. Indien de klacht gericht is aan de adverteerder dient deze op
eerste verzoek naam en adres van het telemarketingbureau bekend te maken.
lid 2
De klager, die niet tijdig is geïnformeerd overeenkomstig het vorige lid van dit
artikel, of de afhandeling van zijn klacht onbevredigend acht, kan vervolgens
een klacht indienen bij de Stichting Reclame Code, overeenkomstig de
statuten en reglementen van deze Stichting.
De klacht moet bij gebreke van een tijdige reactie door de adverteerder (dan
wel telemarketingbureau) uiterlijk binnen vier weken na het verstrijken van de
in het vorige lid bedoelde termijn en bij bezwaar tegen een gegeven reactie
binnen vier weken na ontvangst van die reactie worden ingediend, tenzij de
klager aannemelijk maakt dat dat redelijkerwijze niet van hem verlangd kan
worden.
lid 3
Indien een belangenorganisatie vijf of meer klachten over dezelfde
telemarketingactie ontvangt, kan deze organisatie namens de klagers
rechtstreeks een klacht indienen bij de Stichting Reclame Code, overeenkomstig
de statuten en reglementen van deze Stichting.
60
De klacht moet uiterlijk binnen vier weken na het telemarketinggesprek
worden ingediend, tenzij de organisatie aannemelijk maakt dat dat
redelijkerwijze niet van hem verlangd kan worden.
Lid 4
De Reclame Code Commissie c.q. het College van Beroep kan bij een
toewijzing van een klacht aangeven of de overtreding van de code te wijten
is aan het telemarketingbureau en/of de adverteerder. Indien de Reclame
Code Commissie een openbare aanbeveling dan wel een openbaar vrijblijvend
advies geeft, wordt in ieder geval de naam van de adverteerder bekend
gemaakt.
Artikel 14
Deze code gaat uit van het principe ”de beller betaalt”.
Artikel 15
Deze code is in werking getreden op 2 december 2003 .
61
RECLAMECODE VOOR
VOEDINGSMIDDELEN (RVV)
I. ALGEMENE BEPALINGEN
Toepassingsgebied
Deze Code is van toepassing op alle specifi ek voor Nederland bestemde
reclame-uitingen voor voedingsmiddelen.
Begripsbepalingen
a. Voedingsmiddel(en): alle industrieel bereide, veelal verpakte, eet- en
drinkwaren die zijn bestemd voor gebruik door de consument.
b. Kinderen: minderjarigen die de leeftijd van 13 jaar nog niet hebben bereikt.
c. Portiegrootte: omvang van de portie in gewicht en/of volume.
d. Kinderidool: personen, als ook getekende- en/of animatiefi guren die
bekend zijn door hun deelname aan speciaal op kinderen gerichte en/of
speciaal voor kinderen ontwikkelde televisieprogramma’s. Getekendeen/
of animatiefi guren die ontwikkeld zijn door of in opdracht van
adverteerders zelf vallen niet onder de defi nitie van kinderidool.
II. RECLAME-UITINGEN
Algemeen
1. In een reclame-uiting voor een voedingsmiddel dienen uitingen met
betrekking tot smaak, portiegrootte en een eventuele bijdrage van het
aangeprezen voedingsmiddel aan een verantwoord voedingspatroon juist
en volledig te zijn.
2. Op een reclame-uiting voor een voedingsmiddel zijn naast de bepalingen
van deze code de bestaande wet- en regelgeving op het gebied van
etikettering, voedingswaardeaanduidingen en voedings- en gezondheidsclaims
van toepassing.
3. In een reclame-uiting voor een voedingsmiddel mag alleen een
gezondheidsclaim worden gebezigd, indien wetenschappelijk materiaal
beschikbaar is dat de gebezigde claim onderbouwt.
4. Het is verboden om een voedingsmiddel aan te prijzen door verwijzing naar
een bepaalde eigenschap, die binnen de relevante groep van producten
geen onderscheidend vermogen heeft, teneinde dat voedingsmiddel door
die verwijzing op misleidende wijze te onderscheiden van andere
voedingsmiddelen binnen deze groep producten.
Toelichting:
Voor de vaststelling van de relevante groep producten wordt gebruik
gemaakt van de meest recente Centraal Bureau voor Levensmiddelen
62
assortimentsindeling op subgroep niveau. Bijv. de claim vetvrij is niet
relevant binnen de subgroep die nooit vet bevat. Of de claim suikervrij
is niet relevant binnen de subgroep die nooit suiker bevat.
5. Wanneer in een reclame-uiting een voedingsmiddel als onderdeel van
een maaltijd wordt getoond, dient de getoonde maaltijd te voldoen aan
de Richtlijnen Goede Voeding van de Gezondheidsraad.
6. Het tonen van overmatige consumptie van een voedingsmiddel in een
reclame-uiting is verboden.
7. Een reclame-uiting voor een voedingsmiddel met een lagere energetische
waarde dan het oorspronkelijke voedingsmiddel mag er niet toe
aanzetten dat men daarvan meer gaat consumeren dan van het
voedingsmiddel met de oorspronkelijke, hogere, energetische waarde.
Kinderen
8. Een reclame voor een voedingsmiddel dat geassocieerd wordt met een
bepaald specifi ek voor kinderen bestemd programma mag niet getoond
worden in reclameblokken tijdens en direct aansluitend op de uitzending
van dat programma.
9. In een reclame-uiting specifi ek gericht op kinderen mag bij de aanprijzing
van een voedingsmiddel niet de indruk worden gewekt dat de consumptie
van het aangeprezen voedingsmiddel hen meer status of populariteit
onder leeftijdgenoten biedt dan de consumptie van een ander
voedingsmiddel.
10. In radio en/of televisiereclame specifi ek gericht op kinderen, zal een
kinderidool niet actief een voedingsmiddel en/of daaraan gerelateerde
premiums en diensten aanprijzen.
Enkele specifi eke vormen van reclame-uitingen op scholen
11. Het is verboden op scholen voor primair onderwijs reclame te maken
voor een voedingsmiddel. Hiervan wordt uitgezonderd een reclame-uiting
die ondersteund wordt door de overheid
12. Op scholen voor voortgezet onderwijs worden geen promotionele acties
gehouden die uitsluitend tot doel hebben de leerlingen op dat moment
aan te zetten tot overmatig gebruik van het aangeprezen voedingsmiddel.
13. Op scholen voor voortgezet onderwijs wordt uitsluitend kleine
verpakkingseenheden van een voedingsmiddel aangeprezen.
14. Ten aanzien van sponsoring is de meest recente versie van het
convenant Scholen voor primair en voortgezet onderwijs en sponsoring
van toepassing.
Inwerkingtreding en evaluatie
Deze Code is in werking getreden op 2 juni 2005.
Voor verpakkingen die op de datum van inwerkingtreding van de code reeds
waren ontwikkeld, geldt een overgangstermijn van 12 maanden.
De code zal jaarlijks worden geëvalueerd en waar nodig worden bijgesteld.
63
CODE VOOR ZOETWAREN (CVZ)
Als zoetwaren worden voor de toepassing van deze code aangemerkt alle
niet tot de normale maaltijdstructuur behorende voedings- en genotmiddelen,
welke wegens hun door enkelvoudige voedingskoolhydraten (te weten
saccharose, invertsuiker, glucose en fructose) bepaalde zoete smaak in het
bijzonder tussen de maaltijden plegen te worden geconsumeerd.
De code geldt niet voor ijs, frisdranken, broodbeleg en bij de normale
maaltijdstructuur behorende suikerhoudende producten.
1. De reclame mag niet aansporen tot excessief gebruik, noch mag dergelijk
gedrag tot voorbeeld worden gesteld of goedgepraat.
2. De reclame mag niet suggereren, dat zoetwaren een maaltijd kunnen
vervangen.
3. De reclame mag in geen enkel opzicht negatief berichten over mensen die,
om welke reden dan ook, zich wensen te onthouden van of te beperken bij
het consumeren van zoetwaren.
4. De reclame mag geen verband leggen tussen de consumptie van
zoetwaren en gezondheid, met uitzondering van reclame voor producten
die onder de competentie van de Keuringsraad Aanprijzing Gezondheidsproducten
(KAG) valt en door de KAG is toegelaten. Door een verwijzen
naar een relatief laag suikergehalte mag niet de indruk worden gewekt,
dat de kans op het ontstaan van cariës relatief gering is.
5. Eetsituaties, direct na het tandenpoetsen en voor het naar bed gaan,
zullen niet worden getoond, noch zal consumptie op deze momenten
worden aangemoedigd.
6. Televisiereclame voor zoetwaren zal een door de Reclame Code Commissie
vastgestelde, gestileerde afbeelding van een tandenborstel tonen en wel
-hetzij (dia)positief, hetzij (dia)negatief- ter keuze van de adverteerder:
a. gedurende de gehele uitzendduur ter grootte van minimaal een tiende
van de hoogte van het fi lmbeeld;
b. gedurende drie seconden van de fi lm ter grootte van minimaal een
achtste van de hoogte van het fi lmbeeld;
c. beeldvullend gedurende anderhalve seconde van de overeengekomen
uitzendduur, al dan niet met een dienovereenkomstige verkorting van de
reclameboodschap.
7. Bij reclame in drukwerken die gericht is op of waarvan mag worden
aangenomen dat zij voornamelijk wordt gelezen door kinderen onder de
14 jaar alsmede op pagina’s van drukwerken die artikelen bevatten die
speciaal zijn bestemd voor kinderen onder de 14 jaar zal het in artikel 6
64
genoemde tandenborstelembleem worden afgebeeld in een formaat van
1,5 cm bij 1 cm voor A4 en A5 formaten en proportioneel voor kleinere dan
wel grotere formaten.
Deze Code is in werking getreden op 1 november 1991 en aangepast op
1 november 1992.
NB de gestileerde afbeelding is te verkrijgen bij het secretariaat van de
Vereniging voor de Bakkerij- en Zoetwarenindustrie (VBZ) te Rijswijk.
(070 - 355 47 00 of www.vbz.nl)
65
KINDER- EN JEUGDRECLAMECODE (KJC)
Code voor reclame-uitingen die kennelijk geheel of gedeeltelijk tot
kinderen en minderjarigen/jeugdigen worden gericht.
Preambule
De wijze waarop kinderen en minderjarigen/jeugdigen reclame-uitingen
waarnemen en/of daarop reageren, hangt af van hun leeftijd, ervaring en de
manier waarop de reclame-uiting onder hun aandacht wordt gebracht.
Dat een reclame-uiting bijvoorbeeld geschikt is voor minderjarigen/jeugdigen
wil niet noodzakelijkerwijs zeggen dat deze reclame ook geschikt zou zijn
voor kinderen. De Reclame Code Commissie en het College van Beroep
zullen bij de beoordeling of deze code is overtreden hiermee rekening
houden.
Naast deze code blijven alle overige bepalingen van de Nederlandse Reclame
Code onverkort van kracht op reclame die kennelijk geheel of gedeeltelijk tot
kinderen en minderjarigen/jeugdigen wordt gericht.
I. BEGRIPSBEPALINGEN
Minderjarige/jeugdige: persoon onder de leeftijd van 18 jaar
Kind: persoon van 12 jaar en jonger.
Ouder/verzorger: de wettelijk vertegenwoordiger van de minderjarige/jeugdige.
Reclame gericht op kinderen: reclame die geheel of gedeeltelijk tot kinderen
wordt gericht.
Brievenbusreclame: elke reclame die, geadresseerd of ongeadresseerd, via
brievenbus of postbus wordt verspreid en geen geïntegreerd deel uitmaakt
van een ander medium, zoals kranten en tijdschriften.
Huissampling: het geadresseerd of aan huis verspreiden van goederen of
monsters van goederen zonder dat daarvoor enige tegenprestatie wordt
verlangd.
Overeenkomst op afstand: de overeenkomst waarbij, in het kader van een
door de verkoper of dienstverlener georganiseerd systeem voor verkoop of
dienstverlening op afstand, tot en met het sluiten van de overeenkomst
uitsluitend gebruik wordt gemaakt van één of meer technieken voor
communicatie op afstand.
Telewinkelen: een televisieprogramma waarin rechtstreeks aanbiedingen
aan het publiek worden gedaan met het oog op levering van producten tegen
betaling.
66
Telemarketing: het planmatig en systematisch gebruik maken van het
telefoongesprek om ongevraagd aan consumenten goederen, diensten of
denkbeelden aan te prijzen. Hieronder wordt mede verstaan het vragen van
diensten;
II. ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1
Reclame gericht op kinderen, mag niets in woord, geluid of beeld bevatten
waardoor kinderen op enigerlei wijze worden misleid over de mogelijkheid en
eigenschappen van het aangeboden product.
Toelichting bij artikel 1
In reclame gericht op kinderen dient rekening te worden gehouden met hun
bevattingsvermogen en verwachtingspatroon, vooral met betrekking tot het
speelplezier, de afmetingen en de prestaties van het product.
Artikel 2
Reclame gericht op kinderen mag hen geen morele of fysieke schade berok kenen
en moet daarom voor hun bescherming voldoen aan de volgende criteria:
a. zij mag niet tot de aankoop van een bepaald product aanzetten door te
profi teren van hun onervarenheid of hun goedgelovigheid;
b. zij mag er niet rechtstreeks toe aanzetten hun ouders of anderen te overreden
tot de aankoop van producten waarvoor reclame wordt gemaakt;
c. zij mag niet profi teren van het speciale vertrouwen dat kinderen hebben in
ouders, leerkrachten of anderen;
d. zij mag kinderen niet zonder reden in gevaarlijke situaties tonen.
Artikel 3
Reclame gericht op kinderen mag niet suggereren dat het hebben of
gebruiken van een bepaald product hen fysiek of sociaal voordeel biedt ten
opzichte van andere kinderen, noch dat het niet hebben van een bepaald
product tot het tegenovergestelde effect leidt.
III. HERKENBAARHEID RECLAME
Algemeen
Reclame dient duidelijk als zodanig herkenbaar te zijn, door opmaak,
presentatie, inhoud of anderszins, mede gelet op het publiek waarvoor zij is
bestemd (zie artikel 10 NRC).
(Jeugd)bladen of andere drukwerken
Artikel 4a
Wat betreft reclame in (jeugd)bladen of andere drukwerken met een bereik
van meer dan 25% bij kinderen dient boven iedere reclame (inclusief de
zogenaamde advertorial) het woord “advertentie” in 12 punts letters te
worden gezet.
67
Toelichting:
Aanknopingspunten voor het berekenen van het bereik van (onder meer)
tijdschriften en dagbladen bij kinderen, biedt het Jongerenonderzoek van
onderzoeksbureau Qrius (www.qrius.nl) dat tweejaarlijks in opdracht van
diverse bedrijven en instellingen wordt uitgevoerd.
Radio en televisie
Artikel 4b
Reclame op radio en televisie dient door optische en/of akoestische
middelen duidelijk gescheiden te zijn van de rest van het programma-aanbod
(zie artikel 10 NRC).
Internet
Artikel 5
lid 1
In geval van op (=banner) en/of via (=pop-up) een website zichtbaar
gemaakte reclame gericht op kinderen, dient de reclame-uiting te zijn voorzien
van een duidelijke, in één oogopslag waarneembare, vermelding van het
woord “reclame” of “advertentie”. Indien er sprake is van een reclame-uiting
die kleiner is dan 150 x 50 pixels, kan de afkorting “adv.” worden gebruikt.
lid 2
Indien een reclame-uiting een hyperlink bevat, dient de met deze hyperlink
zichtbaar gemaakte pagina geen uitingen te bevatten die met deze code in
strijd zijn.
Algemeen
• De adverteerder dient zich ervan te vergewissen dat de geadresseerde
van reclame via e-mail daarvoor toestemming heeft gegeven, dan wel als
klant van de adverteerder reeds een gelijkaardig product heeft besteld.
(zie artikel 1.3 Code e-mail)
• Reclame via e-mail moet duidelijk als zodanig herkenbaar zijn.
De herkenbaarheid moet zitten in de combinatie van adresregel en
onderwerp (zie artikel 2.1 Code e-mail)
Artikel 6
a. In geval van reclame gericht op kinderen via e-mail, dient iedere reclameuiting
in de e-mail te zijn voorzien van een duidelijke, in één oogopslag
waarneembare, vermelding van het woord “reclame” of “advertentie”.
b. Indien er sprake is van een reclame-uiting die kleiner is dan
150 x 50 pixels, kan de afkorting “adv.” worden gebruikt.
c. Indien de e-mail zelf de reclame-uiting is, dient de vermelding boven in de
body te worden geplaatst.
SMS (short message service)
Artikel 7
In geval van reclame gericht op kinderen via SMS, dient de SMS te zijn
voorzien van een duidelijke, in één oogopslag waarneembare vermelding
van het woord “adv.”
68
IV. BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR
RECLAME-UITINGEN DIE KENNELIJK OF
GEHEEL OF GEDEELTELIJK TOT KINDEREN
EN MINDERJARIGEN/JEUGDIGEN WORDT
GERICHT:
A. Inhoud reclame-uiting
B. Persoonsgegevens
C. Het aanbieden van diensten
D. Specifi eke producten.
A. INHOUD RECLAME-UITING
Brievenbusreclame, huissampling en sales promotions
Artikel 8
Het is verboden ongeadresseerd of aan kinderen geadresseerd
reclamemateriaal te (doen) verspreiden dat redelijkerwijs geacht kan worden
schade toe te brengen aan de geestelijke gezondheid van kinderen.
Artikel 9
Bij een overeenkomst op afstand (anders dan bij telewinkelen), moet de
verkoper of dienstverlener een kind aansporen toestemming van zijn ouders te
krijgen voor het sluiten van een overeenkomst. De verkoper of dienstverlener
moet alle maatregelen nemen die in redelijkheid van hem verwacht kunnen
worden om zich ervan te vergewissen dat die toestemming is gegeven.
Artikel 10
Bij telewinkelen mogen kinderen er niet toe worden aangezet
overeenkomsten te sluiten voor het kopen of huren van producten.
Artikel 11
Het in reclame in audiovisuele media optreden van personen die krachtens
hun deelname aan audiovisuele programma’s geacht kunnen worden gezag
respectievelijk vertrouwen te hebben bij kinderen is verboden.
B. PERSOONSGEGEVENS
Artikel 12
lid 1
Bij het verzamelen van persoonsgegevens van een kind moet al het mogelijke
worden gedaan om het kind en/of zijn ouder te informeren over de doeleinden
waarvoor die gegevens worden verwerkt. Wanneer gebruik wordt gemaakt
van commercieel op het kind gericht materiaal of wanneer op een andere
69
manier bewust gegevens van een kind worden verzameld, moet de hiervoor
bedoelde informatie duidelijk, gemakkelijk toegankelijk en begrijpelijk voor
een kind zijn.
lid 2
Indien ingevolge de wet voor een bepaalde soort verwerking van persoonsgegevens
van een minderjarige/jeugdige jonger dan 16 jaar toestemming
moet worden gegeven, moet een ouder/verzorger die toestemming geven.
lid 3
Bij een spel, het aanbieden van een prijs of enige andere activiteit met
een verkoopbevorderend doel, mag niet worden geëist dat een kind meer
persoonsgegevens bekend maakt dan strikt noodzakelijk is voor dat doel.
C. HET AANBIEDEN VAN DIENSTEN
Telefonische informatiediensten
Artikel 13
Reclame-uitingen voor telefonische informatiediensten van erotische of
pornografi sche aard of die impliciet of expliciet naar diensten van die aard
verwijzen, mogen niet (mede) gericht zijn op, of gebruik maken van, minderjarigen.
Minderjarigen mogen niet door middel van reclame direct of indirect
worden aangespoord om van deze informatiediensten gebruik te maken,
noch mag dergelijke reclame een verwijzing naar minderjarigen bevatten.
Telemarketing
Artikel 14
Het is niet toegestaan om aanbiedingen te doen aan consumenten waarvan
de telemarketeer (de persoon die zich in uitvoerende zin met telemarketing
bezighoudt) weet, zou kunnen weten of behoort te weten dat deze
minderjarig zijn. (zie artikel 9 Code Telemarketing)
D. SPECIFIEKE PRODUCTEN
De Nederlandse Reclame Code kent een aantal Bijzondere Reclame Codes
die ook bepalingen ten aanzien van kinderen en minderjarigen bevatten.
Het betreft de Bijzondere Reclame Codes van:
• Alcoholhoudende drank
• Kansspelen voor vergunninghouders
• Tabaksproducten
• Telemarketing
• Voedingsmiddelen
• Zoetwaren
Deze Code is in werking getreden op 1 januari 2006.
70
C. ALGEMENE AANBEVELINGEN
Algemene aanbevelingen
De Reclame Code Commissie heeft in de loop der jaren een aantal algemene
aanbevelingen gedaan over
a. wervingsakties voor verkopers/distributeurs
b. magnetische gezondheidsarmbanden
c. het gebruik van de woorden ”vergelijkbare winkelwaarde”
d. vermelding bruto- of netto-maat
e. het gebruik van superlatieven
f. garantie
g. het gebruik van de term ”adviesprijs”
h. reclame voor fi liaalbedrijven
i. afbeelding van het aangeboden product
j. kamerbureaus
k. personeelsadvertenties (ingetrokken)
l. kindervuurwerk
N.B. Met ingang van 5 juni 1996 is de bevoegdheid van de Reclame Code
Commissie om algemene aanbevelingen te doen, komen te vervallen.
Het opstellen van regels is voorbehouden aan het bestuur van de Stichting
Reclame Code.
a. wervingsacties voor verkopers/distributeurs
De Reclame Code Commissie is van oordeel dat in reclame-uitingen waarin
deelnemers worden gerekruteerd als verkoper/distributeur soms ten onrechte
de indruk gewekt wordt dat sollicitanten worden opgeroepen voor een
betrekking waarbij een aanlokkelijk inkomen in het vooruitzicht wordt gesteld,
terwijl het in feite gaat om werk op provisiebasis nadat al dan niet een
investering of aankoop moet zijn gedaan, die vaak geheel voor eigen risico is.
Het bovenstaande is voor de Commissie aanleiding de adverteerders en
media aan te bevelen bij dergelijke reclame-uitingen erop toe te zien dat:
1. duidelijk wordt vermeld:
a. de relatie waarin de adverteerder en verkoper/distributeur in spe tot elkaar
komen te staan; met name of er al dan niet een dienstverband ontstaat;
b. of er al dan niet door de verkoper/distributeur een investering of aankoop
dient te worden gedaan en zo ja, de hoogte van het te investeren bedrag.
2. ten aanzien van het vermelden van eventueel te betalen verdiensten de
grootste omzichtigheid wordt betracht. Het wekken van irreële verwachtingen
dient te worden vermeden. De Commissie verzoekt betrokkenen met het
bovenstaande rekening te houden en advertenties, die niet aan de gestelde
eisen voldoen niet te plaatsen. (november 1973)
71
b. magnetische gezondheidsarmbanden
De Reclame Code Commissie is gebleken, dat in toenemende mate in
advertenties reclame wordt gemaakt voor zogenaamde magnetische
gezondheidsarmbanden. In het merendeel dier advertenties wordt geappelleerd
aan de bevorderlijkheid van deze armbanden voor de gezondheid en aan
de heilzame werking die er van het dragen van deze armbanden zou uitgaan
tegen bepaalde kwalen, zoals reuma, hoge en lage bloeddruk, zenuwpijnen,
spit, hoofdpijn, nervositeit en vermoeidheid.
Eveneens wordt in de betreffende advertenties soms verwezen naar een
certifi caat van het Ministerie van Gezondheid van het land van uitvoer.
De Commissie acht deze wijze van adverteren in strijd met de Nederlandse
Reclame Code, aangezien het verband tussen het dragen van de armband
en de gezondheid van de drager niet wetenschappelijk is vastgesteld en
onvoldoende vaststaat dat de bedoelde regeringscertifi caten een waarborg
zouden zijn voor de heilzame werking van de betreffende armbanden.
De Commissie beveelt aan om reclame-uitingen voor dergelijke magnetische
armbanden, waarin wordt aangehaakt aan de gezondheid en aan medische
indicaties en waarin melding wordt gemaakt van regeringscertifi caten, niet
te plaatsen c.q. te weigeren, wanneer deze advertenties niet zijn voorzien
van een stempel van de Keuringsraad Openlijke Aanprijzing Geneesmiddelen
(KOAG) en de Keuringsraad Aanprijzing Gezondheidsproducten (KAG).
(september 1974)
c. het gebruik van de woorden ”vergelijkbare winkelwaarde”
De Reclame Code Commissie is gebleken dat in advertenties of catalogi
voor artikelen of premies, die feitelijk niet via de winkel worden verhandeld,
ter aanduiding van de waarde van het betreffende product of de betreffende
premie wordt gesproken van de ”vergelijkbare winkelwaarde” welke waarde
dan in een tot in decimalen geconcretiseerd bedrag wordt weergegeven.
Aangezien het onmogelijk is van artikelen, die niet via de winkel worden
verhandeld een zodanig exact uitgerekende vergelijkbare winkelprijs vast
te stellen, acht de Commissie deze wijze van adverteren in strijd met artikel 7
van de Nederlandse Reclame Code.
Overal waar voor artikelen of premies, die niet via de winkel worden verkocht,
een vergelijkbare winkelwaarde wordt aangegeven dient deze waarde te
worden uitgedrukt in ronde bedragen, voorafgegaan door het woord
”ongeveer”. De Commissie beveelt aan om reclame-uitingen, waarin niet aan
het bovenstaande wordt voldaan, niet te plaatsen c.q. te weigeren.
(februari 1975)
d. bruto- of nettomaat
De Reclame Code Commissie is gebleken dat in reclame-uitingen, waarin de
inhoud of het gewicht van de aangeboden producten worden vermeld, zoals
bijvoorbeeld in reclame-uitingen voor koelkasten en diepvriezers, niet wordt
vermeld of de aangeboden maat een bruto- of een nettomaat is.
De Commissie acht deze wijze van adverteren onjuist en in strijd met de
Nederlandse Reclame Code.
72
Zij beveelt aan dat, wanneer in reclame-uitingen inhoud of gewicht wordt
aangeduid, daarbij duidelijk wordt vermeld of het een bruto- of nettomaat
is en reclame-uitingen waarin aan het bovenstaande niet wordt voldaan te
weigeren of niet te plaatsen. (september 1975)
e. superlatieven
De Reclame Code Commissie heeft kennis genomen van het feit, dat in
vele advertenties, waarin prijzen worden genoemd, de adverteerder zich, in
vergelijking met concurrenten, ”het goedkoopst”, ”het minst duur” of haar
prijzen ”het laagst” noemt.
Aangezien het in praktisch alle gevallen fysiek onmogelijk zal zijn voor de
adverteerder om na te gaan of een dergelijke stelling juist is en hij het bewijs
daarvan niet zal kunnen leveren, is een dergelijke bewering vrijwel altijd
misleidend. De Commissie beveelt daarom aan advertenties waarin ten
aanzien van de hoogte van prijzen de overtreffende trap wordt gebruikt, niet
meer te plaatsen c.q. te weigeren. (oktober 1975)
f. garantie
De Reclame Code Commissie stuit herhaaldelijk op het feit, dat in vele
advertenties over ”garantie” c.q. ”gegarandeerd” wordt gesproken zonder dat,
overeenkomstig artikel 11 van de Nederlandse Reclame Code, naar behoren
de omvang, inhoud, tijdsduur en betekenis van die garantie wordt uitgedrukt.
Deze situatie heeft de Commissie reeds eerder doen besluiten om in een
algemene aanbeveling d.d. oktober 1974 nog eens de aandacht te vestigen
op dit artikel en met nadruk op de naleving aan te dringen.
Hoewel verbetering kon worden waargenomen, worden de Commissie nog
bij herhaling reclame-uitingen voorgelegd, waarin de woorden ”garantie” of
”gegarandeerd” niet of niet voldoende worden geadstrueerd.
Het is de Commissie daarbij gebleken dat niet altijd voldoende duidelijkheid
bestaat over de uitleg die aan ”de omvang, inhoud, tijdsduur en betekenis
van die garantie” moet worden gegeven.
Het is om die reden dat de Commissie meent er goed aan te doen, deze
kwestie nogmaals onder de aandacht van adverteerders, reclamebureaus en
media te brengen.
Hierbij staat centraal dat de leverancier reeds op grond van de wet verplicht
is deugdelijk te leveren en dat het woord ”garantie” niet gebruikt mag worden
om wettelijke verplichtingen te beperken, dan wel de schijn te wekken alsof
men met het nakomen van de wettelijke verplichtingen iets extra’s doet.
De Commissie bepaalt ten aanzien van de uitleg en naleving van artikel 11
van de Nederlandse Reclame Code het volgende:
1. misleidend is het aanduiden als garantie van een regeling die in
hoofdzaak bedoeld is als een beperking van de verplichting van de fabrikant
of leverancier om in te staan voor de deugdelijkheid van de aangeboden
producten of diensten;
73
2. het woord ”garantie” of ”gegarandeerd” mag evenmin worden gebruikt
in reclame-uitingen, indien het slechts de bedoeling is de nadruk te leggen
op een essentiële eigenschap van een product of dienst, die dat product of
die dienst reeds zonder meer behoort te bezitten, zonder dat de fabrikant of
leverancier daarmee dus een extra verplichting op zich neemt boven die,
welke hij op grond van de wet reeds heeft, te weten de verplichting tot
levering van deugdelijk bruikbare producten of diensten;
3. indien in reclame-uitingen melding wordt gemaakt van een garantie zonder
een andere omschrijving, wordt ervan uitgegaan dat de koper recht heeft
op een volledige garantie, die zich onbeperkt uitstrekt over alle onderdelen
en eigenschappen van het product; Iedere beperking met betrekking tot de
omvang en betekenis van de garantie dient derhalve uitdrukkelijk te worden
vermeld;
4. onder de omvang van de garantie wordt verstaan de onderdelen of eigenschappen
van het product of de dienst waarover de garantie zich uitstrekt;
5. onder de inhoud en de betekenis van de garantie wordt verstaan de wijze
waarop en de mate waarin de gebreken worden verholpen, respectievelijk de
geleden schade wordt teniet gedaan;
6. de tijdsduur van de garantie dient altijd te worden vermeld. (maart 1976)
g. adviesprijs
De Reclame Code Commissie heeft kennis genomen van het feit dat steeds
vaker in advertenties het begrip adviesprijs wordt gebruikt, waarbij dan wordt
opgemerkt dat de betreffende adverteerder het aangeboden product voor een
zeker percentage beneden die ”adviesprijs” te koop aanbiedt. In vele gevallen
blijkt er echter geen door de fabrikant van het betreffende product algemene
adviesprijs te zijn vastgesteld.
Gezien het feit dat door de gemiddelde consument het begrip ”adviesprijs”
zal worden opgevat als een prijs, welke door de fabrikant of importeur van het
product wordt vastgesteld en aan de detailhandelaren wordt aanbevolen, is
het gebruiken van de term ”adviesprijs” misleidend, indien daarmee niet een
door de fabrikant vastgestelde prijs wordt bedoeld, maar een prijs welke door
bijvoorbeeld een branchecommissie of wel door de adverteerder zelf werd
vastgesteld.
De Commissie beveelt derhalve aan om in het vervolg advertenties, waarin de
term ”adviesprijs” wordt gebezigd, slechts dan te gebruiken c.q. te plaatsen
indien er voor het geadverteerde product inderdaad een offi ciële lijst met
adviesprijzen van de fabrikant bestaat en de consument desgewenst inzage
in deze lijsten kan krijgen. (maart 1976)
h. reclame voor fi liaalbedrijven
De Reclame Code Commissie beveelt ondernemingen of instituten die voor
hun aanbod van goederen of diensten gebruik maken van meer verkoop74
punten aan, om zodanige maatregelen te nemen dat ingeval advertenties
worden geplaatst, die gelden voor alle verkooppunten de onderhavige
goederen of diensten ook onverkort in al deze verkooppunten tegen
dezelfde voorwaarden worden aangeboden c.q. geleverd, behoudens ingeval
van specifi eke en genoemde uitzonderingen.
Toelichting:
De Reclame Code Commissie bereiken regelmatig klachten ten aanzien van
advertenties van ondernemingen, die voor het aanbieden van hun producten
of diensten gebruik maken van meer verkooppunten, waarbij blijkt dat het
betreffende aanbod in één of meer van die verkooppunten niet, of niet geheel
daadwerkelijk wordt gerealiseerd.
In sommige gevallen blijken organisatorische problemen daarvan de oorzaak
te zijn, in andere is sprake van onvoldoende instructie van het ter plaatse
verantwoordelijke personeel.
Hoewel de Commissie veelal bereid is aan te nemen dat dergelijke
advertenties geheel te goeder trouw werden geplaatst en begrip heeft voor
de problemen verbonden aan de organisatie met meer verkooppunten, meent
de Commissie er toch op te moeten wijzen dat het publiek de inhoud van een
advertentie in het algemeen slechts kan toetsen in één door haar bezocht
verkooppunt en terecht geen rekening behoeft te houden met eventuele
organisatorische aspecten.
Tevens is de Commissie van mening dat, indien de aanprijzing van producten
of diensten in advertenties in één of meer verkooppunten van een organisatie
niet of niet voldoende dan wel onder andere voorwaarden wordt nagekomen,
sprake is van niet toelaatbare onzorgvuldigheid, misleiding of andere
overtreding van de Code.
Voorts stelt de Commissie zich op het standpunt dat, indien in dergelijke
gevallen deze verkooppunten niet uitdrukkelijk in de advertentie van het
aanbod c.q. de levering werden uitgesloten, een beroep op organisatorische
problemen of andere aspecten van vermeende overmacht niet kan worden
aanvaard. (november 1977)
i. afbeelding van het aangeboden product
De Reclame Code Commissie beveelt aan dat, indien in een advertentie
een product wordt aangeboden en die aanbieding vergezeld gaat van een
afbeelding (die dat product moet voorstellen) deze illustratie volstrekt
hetzelfde product weergeeft als hetgeen in aanduiding of omschrijving wordt
geadverteerd.
Het is de Commissie gebleken dat veelvuldig in advertenties afbeeldingen
bij producten worden gebruikt die niet, of niet geheel overeenstemmen met
de specifi eke kenmerken van die betreffende producten. De Commissie acht
deze handelwijze ontoelaatbaar.
Een beroep op het niet voorhanden zijn van een juiste illustratie, op
misverstand, of op tekortkomingen van het ingeschakelde reclamebureau of
van de uitgever, acht de Commissie niet aanvaardbaar. (april 1978)
75
j. kamerbureaus
De Reclame Code Commissie beveelt personen of instellingen, die beroepsof
bedrijfsmatig bemiddelen bij de totstandkoming van huurovereenkomsten
met betrekking tot woonruimte, aan, hun reclame-uitingen steeds vergezeld te
doen gaan van hun naam en -wanneer deze aanduiding niet reeds onderdeel
vormt van de naam- de aanduiding ”kamerbureau”, ”woningbureau” of
”kamerverhuurbedrijf”.
Toelichting:
Regelmatig bereiken de Reclame Code Commissie klachten over het feit dat
in reclameuitingen waarin -al dan niet nader omschreven- woonruimte wordt
aangeboden of gevraagd, de indruk wordt gewekt dat de woonruimte wordt
aangeboden of gevraagd door een particulier, terwijl het in werkelijkheid gaat
om een advertentie, die afkomstig is van een woning- en/of kamerbureau dat
woonruimte aanbiedt of zoekt ten behoeve van derden. Dergelijke reclameuitingen
zijn, naar het oordeel van de Commissie, in strijd met het bepaalde
in artikel 7 van de Nederlandse Reclame Code. (februari 1982)
k. personeelsadvertenties (vervallen)
l. kindervuurwerk
Aan de Reclame Code Commissie is een aantal reclame-uitingen voorgelegd,
waarin vuurwerk, waaronder sterretjes en trektouwtjes, wordt aangeduid als
”Kindervuurwerk” of ”Kinderpakketten”.
Dit vuurwerk wordt in deze uitingen aangeduid als ”onschuldig”, ”ongevaarlijk
voor kleine kinderen”, ”zeer beslist ongevaarlijk vuurwerk” of ”kan door
kleintjes worden vastgehouden”.
Het is de Commissie gebleken dat er veel ongelukken gebeuren bij het
afsteken van dit zogenaamde kindervuurwerk en dat de belangrijkste oorzaak
daarvan is, dat het voorvoegsel ”kinder-” en/of een mededeling als zou dit
vuurwerk zonder risico door kinderen zijn af te steken ertoe leidt dat men
daarmee niet voorzichtig genoeg om gaat.
De Commissie beveelt adverteerders, daaronder begrepen diegenen
die reclameteksten voor vuurwerk aan adverteerders ter beschikking
stellen, daarom aan om iedere aanduiding of suggestie van veiligheid of
ongevaarlijkheid achterwege te laten en geeft hen in overweging bij de
aanprijzing -daaronder begrepen eventueel verpakkingsmateriaal van dit
ongevaarlijk lijkende vuurwerk uitdrukkelijk te vermelden dat ook bij het
afsteken daarvan steeds voorzichtigheid geboden is.
Voorts werd in een enkele advertentie gesproken van ”goedgekeurd vuurwerk”.
Waar van een keuring door een onafhankelijke instantie geen sprake is, dient
iedere suggestie in die richting achterwege te blijven. (oktober 1985)
Waarschuwing!
De hierboven weergegeven versie is een momentopname. Zie hiervoor de geldigdheidsdatum bovenaan de regeling.
De regeling kan ondertussen gewijzigd zijn. De meest actuele versie, vandaag geldig, is te vinden op de officiële website van de overheid:
Deze website wordt mogelijk gemaakt door
De RechtenSite.nl - Het juridische startpunt
De belangrijkste wetten per rechtsgebied
Wij hebben per rechtsgebied de belangrijkste wetten in een overzicht gezet, zodat u alles snel online kunt vinden. Ook verdragen, koninklijke besluiten en andere regels vindt u hier.Advocatuur
Arbeidsrecht
Bank- en effechtenrecht
Belastingrecht (Fiscaal recht)
Bestuursrecht
Burgerlijk procesrecht
Consumentenrecht
Europees recht
Faillisementsrecht
Familierecht
Gezondheid en letselschade
Huurrecht
IE (Intellectueel Eigendom)
IT (Informatietechnologie)
Mediarecht en Reclamerecht
Merkenrecht
Milieurecht
Notarieel recht
Octrooirecht
Ondernemingsrecht
Privaatrecht
Privacy en persoonsgegevens
Sociale zekerheid en zorg
Staatsrecht
Strafrecht en strafprocesrecht
Telecommunicatierecht
Vervoersrecht (Transportrecht)
Verzekeringsrecht
Vreemdelingenrecht
Via WettenSite.nl worden dagelijks honderden wetteksten opgezocht. Onder onze bezoekers vallen vele juristen, advocaten, notarissen en meer. Maar ook veel rechtenstudenten, economie-studenten, MER-studenten. Ook burgers en bedrijven als rechtzoekenden vinden ons. Een grote doelgroep. Vraag gerust vrijblijvend naar onze mogelijkheden om te adverteren of om sponsor te worden. Uw banner of advertentie kan op onze website staan. Zie onze pagina over adverteren voor alle opties en meer informatie.
Voor vragen, opmerkingen, aanvullingen, linkruil, sponsoring of suggesties kunt u ons e-mailen op info[at]wettensite.nl